Boekpraat.nl
Henk Hagenberg - mijn beste boeken, samengevat
 

Job Cohen
Binden
© 2009 Uitgeverij Bert Bakker
253 pagina’s    (samengevat maart 2010)

 

Job Cohen (1947)met het gewraakte kopje thee.

2010: Bos opgevolgd door Cohen
Op vrijdag 12 maart 2010 kondigde Wouter Bos, minister van Financiën en leider van de PvdA, volstrekt onverwacht aan zich terug te zullen trekken uit de politiek om meer tijd te hebben voor zijn gezin en dat Job Cohen, de burgemeester van Amsterdam, het lijsttrekkerschap per direct zou overnemen. Nederland was licht verbijsterd. Alom werd gespeculeerd over achterliggende motieven. Was zorg voor het gezin de ware reden? Speelden sombere peilingen een rol? Had de regenteske Cohen een betere kans tegen de PVV?  Geert Wilders verklaarde het allemaal prima te vinden. Cohen – beroemd om het laconieke motto ‘De boel bij elkaar houden’ – is voor hem een duidelijk links geprofileerde tegenstrever. Hij labelde hem dan ook meteen als de grootste multicultiknuffelaar van Nederland en iemand die ‘liever kopjes thee gaat drinken dan zaken aan te pakken’. 

C.V. Job Cohen
Haarlem 1947. Liberaal joodse ouders beide historici. De vader bracht het tot rector Magnificus van de Universiteit van Leiden. Job studeerde rechten en werd een van de oprichters van de rechten faculteit van de Universiteit Maastricht. Sinds 1967 lid van de PvdA. Kort staatsecretaris van Onderwijs en van 1998-00 staatsecretaris Justitie voor vreemdelingenzaken. Tekende voor de wetgeving die het asielbeleid aanscherpte. In 2001 Burgemeester van Amsterdam. Vlak daarna 9/11 en in 2004 de moord op Theo van Gogh. Cohen is vaak uitgemaakt voor softie onder verwijzing naar de criminele afrekeningen in de stad, het wegpesten van een echtpaar in de Diamantbuurt, gemolesteerd ambulancepersoneel en de overlast van vooral Marokkaanse jongeren. Daar tegenover staan zijn gerichte aanpak van veelplegers, preventief fouilleren, mensen op het matje roepen achter gesloten deuren en een harde aanpak bij een dreigende aanslag op Ikea.

Het boek ‘Binden’
Een bundel met 11 speeches en lezingen van Cohen uit de periode 2001 tot 2009, over maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland.

-  Onze identiteit: wie waren wij?
Nadat in 1853 de Roomse kerkhiërarchie opnieuw was ingevoerd en later het socialisme terrein won, ontstonden de vier grote zuilen – protestant, katholiek, socialistisch en liberaal. Alles was keurig opgedeeld: politieke partijen, vakbonden, pers, omroep, ziekenhuizen, woningbouwcoöperaties, verenigingsleven. Er was tussen de zuilen een precair machtsevenwicht
maar nauwelijks onderling

Liberaal Pieter Cort van der Linden maakte in 1917 een eind aan schoolstrijd.

contact. Men liet elkaars territoir met rust. Aan de top werden pragmatische deals gesloten waarvan de pacificatie van 1917 de bekendste is; de confessionelen bedongen gelijke financiering van niet-openbare scholen in ruil voor algemeen mannenkiesrecht voor de socialisten. Deze typische vorm van verzuilde identiteit en vrijheid had niets te maken met onderling respect, ook niet met wederzijdse assimilatie, het was puur eigenbelang. Maar goed, men wist als inwoner dat verschillende, onaantastbare levensovertuigingen toch één natie vormden: iedereen hoorde er bij. 
In de jaren zestig brokkelde de verzuiling af onder invloed van individualisering (grotere welvaart, vrijheid wordt keuzevrijheid), democratisering (mondige burgers, maar ook grote bekken, erosie autoriteit, gedogen) privatisering (meer concurrentie maar ook achterblijvers, harder klimaat, There is no such thing as society – Margareth Thatcher), globalisering (multinationals, outsourcing, expats en allochtonen, erosie van lokale autonomie, Europa, angst voor ongrijpbare veranderingen, opkomst etnische en religieuze tegenbewegingen: Asian values, moslim fundamentalisme, populisme).  Bovendien ontkerkelijking. In de 19e eeuw was weliswaar een formele scheiding tussen kerk en staat tot stand gekomen, maar de invloed van de kerk bleef groot. In 1900 was 99% verbonden met een kerk en/of religie, in 2002 was dat nog maar 48%, waarvan 5% Islamitisch. Dat betekende een zekere verzwakking van het uitdragen van normen en waarden. En een bron van onbegrip tussen moderne, niksige autochtonen en de veelal ’ouderwetse’ vrome moslims.

Wie zijn wij?
In Nederland is geleidelijk een meerderheids leidkultur ontstaan: liberaal, seculier, blank. Betrokkenen voelen zich geen zuil en zijn minder geneigd nieuwe minderheden ruimte te geven. De snelle en grote toestroom van niet westerse en meestal onontwikkelde allochtonen vanaf de jaren zestig eist(e) onmiskenbaar heel veel van het opnamevermogen van de samenleving. Terugkijkend kan vastgesteld worden dat deze problemen zwaar onderschat zijn. Onbestemde gevoelens van vervreemding en onbehagen, al gevoed door de 5 majeure trends als hiervoor aangeven en tot uiting komend in korte lontjes en een snel afbrokkelend politiek midden, vonden een gerede zondebok in de moslims en heel speciaal in de Marokkaanse 'ettertjes'.

Pim Fortuyn
(1948-2002)
'at your service'

Sinds 9/11 polariseert het land, staan mensen als vreemden tegenover elkaar, aldus Cohen. Het is zoeken naar houvast in een wereld die ongevraagd verandert; misschien zelfs Islamiseert? Vandaar de komeetachtige opkomst van Fortuyn en de chauvinistische Oranje manies bij sportevementen.
‘We’ vonden Nederland een gidsland en waren stiekem trots op ons progressieve soft drugs beleid, de rosse buurt, de abortus en het gedogen. Maar met immigranten met een andere religie en cultuur hebben velen het moeilijk – de hoofddoekjes, het weigeren vrouwen een hand te geven, het bouwen van moskeeën, ouderwetse man/vrouw relaties, afwijken van ‘correcte’ standpunten t.a.v. euthanasie en homofilie. Met de islam, de, in de woorden van Fortuyn, achterlijke cultuur kan niet worden gepolderd of geschipperd; dat zou verraad zijn aan onze grote idealen van de Verlichting, het Westen en de moderniteit. Maar daarmee wordt de veelgeroemde vrijheid gecompromitteerd: niet rechtens, want de grondwet wordt gerespecteerd, maar wel maatschappelijk. Daarmee dreigen mensen buitengesloten te worden. En die zullen zich verschansen in eigen kring, in eigen religie en eigen gelijk. Een splijtend proces dat versterkt wordt als de vrijheid van meningsuiting misbruikt wordt voor ‘ordinair geschreeuw, onbeschoftheid en gebrek aan respect voor anderen’. 

Wie willen we zijn?
Zo rijst het beeld op van de Nederlander als hyperindividueel, tuk op zijn eigen vrijheid, tevreden met zijn eigen omgeving, maar onzeker over wat hij aan moet met de vrijheid van een ander - zeker als die ander een moslim is – en ook onzekerheid over zijn eigen rol in eigen land en in de wereld, bang voor veranderingen

Hoofddoekjes in de polder

die hij lang niet altijd als verbeteringen ziet. Verbaal is zijn tolerantie is beperkt: allochtonen moeten zich maar aanpassen, anders terug. En geen ‘kopvodden’ (Wilders) in openbare gebouwen.

Maar wat wèl te doen voor de vorming van een inclusieve samenleving?
In de eerste plaats erkenning dat identiteit een dynamisch begrip is, een kwestie van vrijheid. Wat de individuele vrijheid betreft kun je Nederlander zijn èn moslim, of jood, humanist, hindoe of atheïst. Nederlander èn bruin, geel, zwart etc. Daarnaast somt Cohen een aantal collectieve Nederlandse kenmerken op: gevoel van vrijheid, openheid naar nieuwe dingen, handelsgeest, reizen, leven en laten leven, rijk zijn maar doen alsof je het niet breed hebt.
Een ander lijstje is ook denkbaar tekent Cohen aan en inderdaad, ik denk dan aan: plat, bot, hokjesgeest, progressief praten maar behoudend zijn, afkeer van excellentie, spruitjeslucht, zelfoverschattend. Bij die Nederlandse identiteit past best enige bescheidenheid, zoals overigens bij elk nationalisme.

En verder?
Cohen wil een nieuw soort burgerschap. Waaronder te verstaan vertrouwen, niet alleen in elkaars goede bedoelingen, maar ook in de kwaliteit van bestuur en rechtspraak, de bekwaamheid en integriteit van politici en de burgerzin van managers. Nodig is daarvoor enige verantwoordelijkheid te nemen voor de gemeenschap waar je in leeft. Lid worden van een NGO. Zitting nemen in een buurtcomité, huiswerk- en voorleesmoeders. Marokkaanse vaders die de straat bewaken. Maar op deze punten schieten we duidelijk tekort, meent Cohen. Verder is respect van vitaal belang. Hij vertelt van allochtonen leerlingen die nooit van iemand respect krijgen en zich ‘dus’ misdragen. Maar ja, dat geldt ook omgekeerd. Turken met messen is niet leuk maar alleen verketteren à la PVV verergert de zaak, dan ‘knalt de boel uit elkaar’. 

Wat stelt Cohen concreet voor?
Meer toezicht, strenger handhaven, niet meer gedogen. Hij denkt dan aan ontsporingen als de rampen in Enschede en Volendam, fraude in de bouwsector rondhangende en/of agressieve jongeren, voetbalhooligans, drugs overlast en draaideurcriminelen. Meer cameratoezicht en andere technische hulpmiddelen, NMA, AFM, Opta etc. Cohen weet dat dit een enorme inhaalslag zal vergen dus ook forse financiële middelen. (de lezing was van vóór het wanhopig falen van de toezichthouders bij de krediet crisis in 2008). 

Herstel van normen en waarden. Voor wie ze niet kennen uitleggen. Waarom geen petje in de klas of sms’en of Youtuben. Wat te doen als je kind uit de klas gestuurd wordt. Voor dit soort onwetendheid, investeren in onderwijs met meer aandacht voor taal en vaderlandse geschiedenis. En voor buiten het onderwijs: regels expliciteren zoals spelregels van scholen en zwembaden en de ‘Tien geboden’ die in 2002 in Gouda voor gedrag in de publieke ruimte zijn opgesteld.
En voor wie de regels wel kennen en aan hun laars lappen? Tja. De meeste burgers zijn gezagsgetrouw. Maar het gemeenschappelijk opstellen van regels en afspraken kan actiever, mede met hulp van IT, zodat de handhaving meer sociaal verankerd wordt en niet alleen een zaak is van een verre overheid. (zwartrijden, schoenen op de banken)

Weinig gevoel voor urgentie
Cohen komt naar voren als een betrokken regent, stijlvol,  solide, humaan. Zijn overtuigingen over een civil society zijn diep verankerd. Maar menigeen zou hem ook wel eens als strenge, eisende vader willen horen uithalen. Na de moord op Theo van Gogh kwam Cohen met het actieplan ‘Wij Amsterdammers’ gericht op het bestrijden van terreur, het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van polarisatie. De indruk bestaat dat de mix van hard èn zacht gewerk heeft, met name in vergelijking tot Rotterdam. 

Wat mankeert in 'Binden' is vooral urgentie. Internationale ontwikkelingen, Europa, economie en milieu worden niet op nauwelijks genoemd.  Evenals de hypes van tv en sociale media.

Zeker, in het onderwijs moet geïnvesteerd worden maar dat er juist voor de kwetsbare allochtonen een onacceptabele noodsituatie is ontstaan bij het VMBO, met veel lesuitval, verzuim, straatcultuur in klas en voortijdig schoolverlaten, dat staat er niet. Ook wordt geen zorg geuit over het kwaliteitsverlies van (MBO) docenten. Is Cohen hier te veel een kind van de PvdA? Die denkt alles op te lossen met goede bedoelingen, een kostbare overheid en ‘eerlijk delen’?
Wat betreft het politieke leiderschap van het land na de ontzuiling, schrijft Cohen dat dat een ingewikkelde kwestie is! Hallo, veertig jaar na de oprichting van D66! 

21 februari 2011

Gisteren is Job Cohen afgetreden als fractieleider en lid van de tweede kamer. Na de verkiezingen van juni 2010 waarbij de PvdA net één zetel minder kreeg dan de VVD en Mark Rutte er in slaagde een kabinet te vormen van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV, kwam Cohen terecht in een ongemakkelijke oppositie rol. Door de Europese banken- en schuldencrisis (dreigende faillissementen van Ierland, Italië, Spanje, Portugal en Griekenland)  moest de euro gered worden met torenhoge financiële garanties. Cohen steunde loyaal de regering vanuit de overtuiging dat de euro  belangrijker was dan korte termijn partij succesje. En dat was nodig want Wilders van de PVVV trok zich terug op een populistische platform: hoe minder Brussel hoe beter, geen cent naar Griekenland, misschien terugkeer naar de gulden.
 In de opiniepeilingen zakte de gematigde PvdA (evenals het CDA) steeds verder weg ten gunste van PVV en de al even behoudzuchtige SP. Toegegeven Cohen was geen bezielend oppositieleider: een onkreukbare, genuanceerde  bestuurder maar in het debat en de publiciteit weerloos tegen het venijn van straatvechter Wilders.  Daar kwam nog bij de joviale Emile Roemers, de nieuwe leider van  de SP, zich ontpopte als een succesvol stemmentrekker. In de poll van Maurice de Hond begon de SP de PvdA duidelijk te overvleugelen.
In (wan)hoop kozen de sociaal socialisten Hans Spekman als nieuwe partijvoorzitter, een man met een duidelijk arbeideristisch profiel. Zo dacht men het SP gevaar te kunnen pareren. Samen met Job Cohen verklaarde hij in de Volkskrant dat de PvdA in de basis even links was als de SP, alleen wat betreft Europa verschilden de standpunten. Dat werd niet in dank afgenomen. Een SP-light, dat zag o.m. Frans Timmermans, oud staatssecretaris voor Europese Zaken, totaal niet zitten, strategisch nog tactisch. Enkele dagen later streek Cohen de vlag. Het avontuur had nog geen twee jaar geduurd.