Boekpraat.nl
Henk Hagenberg - mijn beste boeken, samengevat
 

Barack Obama

Dreams from my father
A story of race and inheritance
© 1995
457 pagina’s    (samengevat augustus 2007)

 

 Barack Obama als kandidaat...
...en als kleuter bij moeder Stanley Ann  Durham

Barack Obama is de Afro-American senator van Illinois en een belangrijke Democratische kandidaat voor de president verkiezingen eind 2008. Hilary Clinton ligt weliswaar voor in de race voor de nominatie, maar Obama is een charismatische runner-up en een verfrissend nieuw gezicht: geen miljonair, niet reactionair, ook niet tè liberaal, meer een gematigde, common sense man met, naar hij zelf hoopt, enige gelijkenis met Abe Lincoln (honest broker uit Illinois) en Nelson Mandela (Afrikaan, mensenrechten, integriteit)

Het autobiografische “Dreams from my father’ schreef Obama in 1995 op 34-jarige leeftijd naar aanleiding van zijn benoeming tot eerste zwarte hoofdredacteur van het Harvard Law Review. Het is een meeslepend boek.

Opgroeien in Amerika
Hij werd geboren in 1961 in Hawaï als zoon van een Kenyaanse student en een 18-jarig blank Amerikaans meisje Stanley Ann Durham. De ambitieuze vader reisde kort na de geboorte af naar Harvard University waarvoor hij als een van de eerste Afrikanen een beurs had gekregen. Zoon Barack zou hem pas jaren later nog éénmaal terug zien. Ann trok met de baby in bij haar ouders. De Durhams kwamen oorspronkelijk uit Kansas. Grootvader “Gramps” was een man met een vlotte babbel die na een aantal zakelijk minder succesvolle avonturen beland was op Hawaï en daar moeizaam verzekeringen verkocht. Grootmoeder Toot was een sterke,

Barack met grootouders

gedisciplineerde vrouw die het van secretaresse tot vice-president wist te brengen bij een lokale bank, daarbij jarenlange achterstelling als vrouw trotserend.
Ann en Barack verhuisden enkele jaren later naar Jakarta om zich bij Lolo te voegen, een Indonesische geoloog en
de nieuwe echtgenoot van Ann. Spoedig
echter verkoelde de relatie wat mede een reden was om Barack terug te sturen naar de States voor zijn middelbare schoolopleiding. Op college in Los Angeles en later in NYC (waar hij het bericht ontvangt over het dodelijke verkeersongeluk van zijn vader) wordt hij zich scherp bewust van enerzijds de voortdurende rassendiscriminatie en anderzijds van zijn eigen verwarrende identiteitssituatie.
Waar hoor ik bij? Kiezen voor Black Power of voor accommodatie met het blanke establishment?
Wat is mijn thuis? De Durhams of de Obama’s?
En waar? Hawaï, LA, Indonesië of Afrika?
Na een korte periode bij een groot adviesbureau besluit hij in 1983 abrupt om te gaan werken als community organizer in Chicago. Zijn werkterrein wordt Altgeld Gardens, een verwaarloosde buitenwijk met een goeddeels zwarte, arme populatie. Na een hoop weerstand en teleurstellingen slaagt hij er in de bewoners te mobiliseren voor een gemeenschappelijke actie om de gemeente te dwingen de huurhuizen van Altgeld asbestvrij te maken.
Na 5 jaar zet hij een punt achter het opbouwwerk en weet een beurs te krijgen voor een rechtenstudie aan Harvard. Maar eerst gaat hij op zoek naar de onbekende kant van zijn herkomst, de familie Obama in Kenia. 

Familie Obama in Kenia
Grootvader Onyaga Obama werd in 1895 geboren in de tijd dat de Engelsen een treinverbinding van 600 mijl bouwden van Mombassa aan de Indische Oceaan naar de oostelijke oever van Lake Victoria. Voor velen de eerste westerse ’inroad’ in een stammensamenleving. Onyaga was een van de weinigen die in dienst trad van de Engelsen; als houseboy leerde hij lezen en schrijven, vocht mee in WW1 en keerde later terug naar zijn stamland.
Zijn zoon werd de eerste die ging studeren in Amerika, eerst in Hawaï, later aan Harvard. Bij zijn terugkeer in Nairobi trouwde hij met een Amerikaanse vrouw, leefde op grote voet maar viel in ongenade bij President Kenyatta door zijn openlijke kritiek op de corruptie maar vooral omdat hij de tribale normen en verhoudingen voortdurend bruuskeerde. Hij werd arm, dronk veel, werd ernstig ziek en kwam om bij een verkeersongeluk.
De jonge Barack ontmoet op zijn zoektocht naar het verleden alle familieleden: grootmoeder Granny (de 2e vrouw van Onyaga), de zusters van zijn vader en zijn eigen broers en zusters uit de drie huwelijken van Barack Sr. Uit hun mond wordt het verhaal van de familie en van Kenia opgetekend.  

Over Kenia
Nominaal een onafhankelijk land maar economische en vooral mentaal onveranderd een kolonie. Het Westen is het beloofde èn het gehate land. Daar zijn de verlokkingen van welvaart, kennis, macht en internationale glamour merken.
Tegelijk is er bij veel Kenyanen een gevoel als tweederangs burger behandeld te worden (Westerse toeristen gaan altijd voor) en wanhoop over de erosie van de eigen identiteit. Traditionele handvaardigheden en sociale (stam-) verbanden staan onder druk van de globalisering. En de ethiek om voorrang te geven aan tribale loyaliteiten boven kunde en integriteit spoort niet met een gewenste transformatie naar een moderne, meritocratische samenleving. Grootvader en vader Barack realiseerden zich dat ze voortkwamen uit een voorbije wereld, dat ze zichzelf moesten herscheppen om een brug te slaan naar het beloofde land. Beiden deden dat in wat uiteindelijke een tragische en eenzame zoektocht bleek te zijn geweest.

Barack over zwart zijn in Amerika
Dominant in het boek is het zoeken naar de betekenis van ‘being black in America’. Het raciale beheerst elk aspect van het leven. Als zwarte weet je dat je apart staat, min of meer buiten de Amerikaanse hoofdstroom. Is daarmee te leven? Barack geeft een aantal negatieve en positieve voorbeelden:

- Pas in 1967 oordeelde het Supreme Court dat het verbod op interraciale huwelijken in strijd was met de Constitutie. Tot dat moment was miscegenation (that ugly, humpbacked word) een misdaad in meer dan de helft van de staten van de USA....in een tijd dat Lyndon Johnsons Civil Right wetten al waren aangenomen en Luther King de Nobel prijs had ontvangen! Het huwelijk van Barack’s ouders zou in debetreffende staten illegaal geweest zijn.

- Veel black Americans haten zichzelf. Ze zitten gevangen in hun huid. Om maar blank te zijn lieten (laten?) ze hun huid met chemicaliën bleken, soms met akelige  resultaten. In een mildere vorm worden haren ontkroest en worden blauwe ooglenzen ingezet. In dat patroon past ook het neerkijken op blacks: “Black folks are just lazy- don’t want to do nothing”.

- Bij de separate  past een eigen taalgebruik: ‘You ain’t my bitch, nigger’ en soms een radikale opvattingen als: ‘White folks don’t see us as human beings; simple as that’

- Als black American krimp je natuurlijk in elkaar als je de misdaad statistieken leest. Of de cijfers over teenage zwangerschappen en vaderloze kinderen. En het crack gebruik.

- In de late jaren zestig was segregatie op scholen geen probleem meer: veel blanken hadden de publieke scholen gewoon verlaten. De inner city scholen hielden zich niet zozeer bezig met onderwijs maar hadden als functie sociale controle. Het curriculum was niet gericht op zwarte kinderen, op hun geschiedenis, hun gemeenschap. Ze moesten zich maar aanpassen aan de blanken. Volgens sommigen kwam als reactie de weerzin tegen studeren als ‘acting white’.

- Vaak wordt de achterstand van black Americans toegeschreven (als het niet aan genetische inferioriteit is) aan culturele zwakheid. Dat gaat echter voorbij aan causaliteit en schuld, het is een onhistorische verklaring en zonder aangrijpingspunt voor verbetering. Voor een bevolkingsgroep beroofd van een eigen geschiedenis anders dan wat voorgeschoteld wordt door incidentele televisie beelden, bevestigen die verklaringen het eigen negatieve zelfbeeld.

- Hoe kom je daar uit? Sommigen ontkennen dat ze zwart zijn ‘Je wilt als individu behandeld worden (met een woord uit een andere tijd, je wilt assimileren) maar er zijn ook  veel black people die bena-

Malcolm X (Little) 1925-1965, woordvoerder van Nation of Islam, vermoord
 

Louis Farrakahan, 1938 The Bronx; tot 2006 voorman van Nation of Islam

drukken dat je dat je jezelf niet kunt ontkennen en die alles in raciale termen vertalen. Anderzijds werd Barack door zijn moeder ingeprent dat hij als zwarte erfgenaam van een grote traditie: Martin Luther King, Sidney Poitier, Lena Horne…een zware last maar ook een glorieuze bestemming.

- Het nationalisme van de Nation of Islam van Malcolm X en thans Louis Farrakhan predikt de superioriteit van de negers en geeft de blanken de schuld van alle ellende. De zelfhaat die aanzet tot drinken en diefstal is de schuld van de blanken. Psychologisch doe je dus aan zelfkritiek maar tegelijkertijd ben je persoonlijk niet verantwoordelijk. Dat heeft grote aantrekkingskracht als emotie vooral voor de sociaal zwakkeren maar is als praktisch politiek programma onbruikbaar in een geïntegreerde markt economie met besluitvorming door meerderheden.

- Gewezen wordt wel op de verborgen voordelen van segregatie. Alle geledingen van een zwarte gemeenschap kwamen bij elkaar in de veilige haven van de eigen kerk: oud en jong, arm en vervarend. De kerk bevorderde de uitwisseling van informatie, goederen, ideeën, waarden. Die rol wordt echter uitgehold door de toenemende trek naar de voorsteden. En waar die assimilatie uiteindelijk toe leidt? Denk aan het lot van de Duitse joden. Zo als een dominee het zegt in Barack’s boek: “Life’s not safe for a black man in this country. Never has been. Probably never will be”.

Barack komt dan tot de boodschap The audacity of hope . Daarmee wordt bedoeld de stoutmoedigheid om ondanks alles te geloven in eigen kracht, in de eigen gemeenschap, in Jezus en uiteindelijk in het goede.
                          --------------------- 

Black movement in films van Denzel Washington

Begin sept. 07 twee films gezien met Denzel Washington: Cry Freedom (1987) van Richard Attenborough (bekend van A bridge too far en Gandhi) over het leven en vooral de moord op  Steve Biko, verteld vanuit het standpunt van de blanke hoofdredacteur  van de Daily Dispatch, Donald Woods naar het boek van John Briley.

En vervolgens Antwone Fisher (2002) regiedebuut van Denzel Washington. Vertelt het levensverhaal van Antwone, te vondeling gelegd door veroordeelde moeder en vermoorde vader. Opgegroeid in zwarte predikers gezin en daar mishandelt en misbruikt. Veel scènes doen denken aan wat Obama aan de kaak stelt: kinderen persistent nigger noemen, het voortrekken van kinderen met een iets lichtere huidskleur, het knevelen en slaan van kinderen. Antwone vlucht uiteindelijk en komt bij de Navy. Hij is een survivor maar met ongecontroleerde driftbuien. De marine psycholoog (Denzel Washington) maakt hem iets duidelijk over de bittere oogst van generaties van slavernij cultuur met twee boeken:

  • - The slave community (1972) van  John Blassingame
  • - Biografie van Mardus Garvey (1887-1940), oprichter UNIA, Universal Negro Improvement Association, de grootste Pan-African beweging ooit; voorlopers van Nation of Islam en Restafarians.