|
Joe Sacco (1960) is striptekenaar en journalist; zijn journalistieke strips verschenen in o.a. Time, NYTimes en Harper's Bazaar
|
|
Joe in eigen stijl, altijd met dikke brillenglazen, de waarnemer. |
2005 Regering Sharon beëindigt Israëlische bezetting Gaza strook. |
|
Waarom wilde Joe Sacco zich verdiepen in het 1956 Rafah bloedbad?
De tweede Intifada begon met het provocerende 'bezoek' van Ariël Sharon aan de Tempelberg (met de Al Aqsa moskee) op 28 september 2000. In de lente kregen journalist Chris Hedges en tekenaar Joe Sacco opdracht van Harper’s magazine om over de Intifada een reportage te maken in de Gaza strook. Ze besloten zich te richten op hoe Palestijnen in één stad – Khan Yunus – zich moesten zien te redden tegen de Israëlische bezetting. Uit een weinig opgemerkt rapport van de Verenigde Naties wisten ze dat er jaren eerder, in november 1956, een grootschalige moordpartij in die stad had plaats gevonden, tijdens de Frans/Engels/Israëlische invasie bij het Suez kanaal. Zo mogelijk nog minder was er bekend over een gelijktijdig incident in de nabij gelegen stad Rafah waarbij ruim100 mensen omkwamen. Wat was er in 1956 gebeurd? Joe besluit om op zoek te gaan naar ooggetuigen en waar mogelijk archieven uit te (laten) pluizen. Tijdens zijn talloze interview wordt hem vaak sceptisch gevraagd welk nut onderzoek naar 1956 heeft als meer recente ontwikkelingen zo ingrijpend zijn? Zoals de zesdaagse oorlog van 1967, de Golfoorlog van 1991, de Oslo akkoorden van 1993/95 en het daar op volgende falende vredesproces. En als klapstuk, als hij in maart 2003 bezig is met de interviews, het uitbreken van de Amerikaans/Engelse oorlog tegen Sadam Hoessein, de hoop en held van alle Palestijnen. Zijn antwoord is dat er begrepen moet worden hoe er haat in harten werd geplant.
Gaza: heden en verleden Enerzijds zoekt Sacco met hulp van de Palestijnse VN medewerker Abed getuigen van de gebeurtenissen van bijna 50 jaar geleden, anderzijds ontkomt hij er niet aan geconfronteerd te worden met de actualiteit van de Gaza strook. Het niet aflatende gezoem van Apache gevechtshelikopters en drones; het geratel van tanks en gepantserde bulldozers; de nachtelijke geweersalvo’s en raketinslagen; de claustrofobisch volle straten; de puinhopen van vernietigde huizen langs de demarcatielijn; de frustrerende en vernederende files bij de militaire wachtposten, de uitzichtloze werkeloosheid, de armoede, wanhoop, depressieviteit en woede. Knap verweeft Sacco in het boek twee werkelijkheden, die van 1956 en die van vandaag.
Alle tekeningen zijn gedetailleerd en gebaseerd op historische foto’s. Je moet het boek nauwkeurig lezen want afgezien van de twee verhaallijnen, gaat Sacco ook terug naar de voorgeschiedenis van de Gaza vluchtelingen, namelijk de stichting van Israël en de nederlaag van de Arabische legers in 1948. Dat is allemaal goed gedocumenteedr maar wat hem over 1956 verteld wordt klopt soms wel, soms helemaal niet, en vaak een beetje. Het illustreert hoe lastig het is om te werken met de feilbare geheugens van oude mensen, maar het maakt het relaas hier en daar wel erg wijdlopig. Bovendien door de veelheid van namen soms verwarrend.
Aangrijpend verhaal Sacco vertelt het verhaal heel persoonlijk, het is of je naast hem het onderzoek doet. Niet geromantiseerd of afstandelijk-documentair (daarvoor dient een uitvoering appendix) maar als een burger die bijna fysiek het lijden van Palestijnen meemakt en de bekende vragen stelt over de moraal van zelfmoordbommen en de achterlijkheid van de Arabische samenleving. De Israëlisch zijn duidelijk de boemannen in de gebeurtenissen. De 'incidenten' in vluchtelingenkamp Khan Yunus en grensstad Rafah waren bedoeld om Palestijnse fedajien en Egyptische soldaten op te sporen, maar er was evident sprake van grootschalig geweld tegen burgers. Weliswaar werden vrouwen en kinderen apart gehouden, en was screening het eigenlijke oogmerk van het bijeendrijven van de mannen, maar al doende werd er naar willekeur geschoten, geslagen en moesten de Palestijnen doodsbang gemaakt worden. Het is nu 50 jaar later. Is de situatie uitzichtloos of zal er toch iets van accomodatie platsvinden?
|
Joe Sacco en Ebed interviewen in Khan Yunus |
|
De Gaza strook In 2002 1,3 milj Palestijnen, 70% onder armoedegrens van $2 p/dag, 2/3 vluchteling van ’48 wonen in kampen van UN Reliëf and Works Agency (UNRWA)
|
|
Rafah 12/11/56: mannen worden bij elkaar gejaagd
|
|
Hoofd omlaag, uren in de brandende zon, geen drinken, geen toilet, schieten over de hoofden heen |
|
Gaza was geen uitzondering:
1915 Armeense massamoord door Turken, 600.000 - 1milj. doden. 1919 Engelsen Amritsar 375 doden 1942 Duitsers Lidice 340 doden. Nederlanders laten > 400 Duitse gevangen op stoomschip Van Imhoff verdrinken 1944 Duitsers Oradour 642 doden 1947 Nederlanders Rawagede 431 doden 1948 Israëlisch Dein Yassin 120-254 doden 1968 Amerikanen My Lai 504 doden 1982 Libanese falangisten onder Israëlisch toezicht: 2.700 doden in vluchtdelingenkampen Sabra en Shatila 1988 Irakezen Halabja gasaanval 5000 doden 1994 Rwanda genocide Hutu/Tutsis 500.000 - 1 milj doden. 1995 Val van Screbrenica Servische troepen vermoorden7000 à 8000 Moslim mannen en jongens die onder VN protectie stonden van Dutch bat.
wordt vervolgd..
|
|