Boekpraat.nl
Henk Hagenberg - mijn beste boeken, samengevat
 

Peter Gay
Mozart
1999 Viking/Penguin - 2001 Uitgeverij Balans
202 pagina’s (samengevat oktober 2007)

 

 
Peter Gay, 1923 Berlijn, emeritus  professor Yale University; in 1939 geëmigreerd nar de USA aanvankelijk met Ms. St. Louis (zie boek '10,5' van Julian Barnes

Peter Gay (geboren in Duitsland 1923) is een Joods-Amerikaanse historicus op het terrein van de geschiedenis van ideeën met als focus de sociale betekenis van Freud’s psychoanalyse. Als jongeling vluchtte Gay in 1939 voor de nazi’s naar de USA. Daar behaalde hij een Ph.D. aan de universiteit van Denver. Vanaf 1955 doceerde hij Columbia en Yale universities tot zijn emeritaat in 1993. Tot zijn bekendste boeken behoren: ‘The Enlightment' en ‘Weimar Culture’. De onderhavige bondige en heldere biografie van Mozart schreef Gay in 1999 dus als wise, old man. Het boek is strak opgebouwd in 8 chronologische hoofdstukken.

1. Wonderkind
Joannes Christostomos Wolfgang Gottlieb Mozart geboren op 27 januari 1756 als zevende kind van Leopold en Anna Mozart, geboren Pertl. Vijf kinderen sterven, alleen Wolfgang Amadé en zijn 4 jaar oudere zusje Maria Anna (Nannerl) blijven in leven.
Tijdgenoten getuigen van de onbegrijpelijke virtuositeit van het wonderkind: op zevenjarige leeftijd speelt hij klavecimbel, viool en orgel; zijn eerste pianostukjes schrijft hij als hij 5 jaar oud is.
Vader Leopold is een bekwame (muziek)leraar: liefderijk, veeleisend, trots op zijn kinderen maar ook egocentrisch (Eerst is er God, daarna papa schrijft Mozart eens in één van zijn vele prachtige brieven)
- 1762: eerste reis naar München en Wenen (op schoot bij keizerin
   Maria Theresa)
- 1763-66: grand tour: 5 maanden Parijs, 15 maanden Londen
   (aldaar bevriend met Johann Christiaan Bach), diverse Duitse staten
   en Holland (levensgevaarlijke ziekte in Den Haag)
- 1770-73: drie tournees naar Italië: Napels, Rome, Milaan (opera
   Mitridate, rè die Ponte). Les in contrapunt van Giovanni Battista
   Martini.
Dus een exemplarische Europese vorming, beheersing van Duits, Italiaans, Frans, Engels en Latijn. In 1973 (hij is dan 17 jaar en volgroeid) schrijft hij het motet Exultate, jubilate (KV 165) en de symfonie nr. 29 (KV 201) door Gay omschreven als zijn eerste ‘volwassen’ symfonie. Maar nr. 25 KV183
– bekend uit de film Amadeus – is zeker zo mooi in die onstuimige Sturm und Drang stijl.

2. Zoon
Mozart was een goede zoon, altijd schreef hij hartelijke brieven aan vader, moeder en Nannerl en zorgde voor een flinke bijdrage aan het familie-inkomen. Vader Leopold had het beste voor met zijn kinderen èn met zichzelf. Hij was liefderijk en trots op de prestaties van Wolfgang maar tevens een slimme uitbater van het wonderkind. Anderzijds zien we hem de tragiek van de regelaar en betweter die ontdekt dat zijn zoon hem ontgroeid naar volwassenheid en muzikale genialiteit. Met aanmaningen, harde verwijten en geklaag probeerde hij zijn grip zolang mogelijk vast te houden; de zoon bleef in brieven geduldig, verstandig, nederig. Vader en zoon Mozart: hét grote voorbeeld van het samenspel van nature en nurture. Een optimale opvoeding in combinatie met een ongeëvenaard talent, hoewel Gay zuinig is met het geven van krediet  aan Leopold.

- 1773-77: thuis in Salzburg; 5 vioolconcerten, 6 strijkkwartetten
   geïnspireerd door Haydn; het beroemde Jeunehomme pianoconcert
   KV 271. (sinds 2004 herdoopt in ‘Jenamy’)
- 1777 met moeder onderweg naar Parijs via Augsburg waar hij een
   hartstochtelijke affaire beleeft met zijn nichtje Bäsle en kort daarna in
   Mannheim verliefd wordt op Aloysia Weber.
- 1778: Leopold beveelt zijn zoon door te reizen naar Parijs; moeder
   moet mee want hij is immers niet te vertrouwen. De ontvangst in
   Parijs valt tegen; moeder sterft, de zoon krijgt de schuld van vader.
-  In 1779 is Amadé terug in Salzburg.

3. Bediende
Mozart werd tweede concertmeester (later hoforganist) in het orkest van zo’n 100 musici (!) en zangers van vorst-aartsbisschop Colloredo, een arrogante, opvliegende heerser maar wel liefhebber van muziek en goede viool amateur. Zijn relatie met de Mozarts is berucht geworden. Niet helemaal terecht: de Mozarts waren tamelijk disloyaal en het gezag van de adel was nog absoluut. De aanvankelijk eerzuchtige Leopold berustte in zijn vaste aanstelling en woonplaats Salzburg. De zoon haatte het om knecht te moeten spelen in de hofhouding en verachtte het provinciaalse Salzburg. Hij voelde dat zijn talent zich daar niet kon ontwikkelen: “Iemand met een middelmatig talent zal altijd middelmatig blijven, of hij nu reist of niet, maar iemand met een superieur talent (dat ik mijzelf zonder goddeloos te zijn, niet kan ontzeggen) word slecht als hij steeds op dezelfde plek blijft”.
Uiteindelijk nam Amadeus in 1782 ontslag. Dat betekende ook een

 Mozart ca. 1780 door Johann Nepomuk della
Croce (detail van familieportret)

definitieve scheiding met zijn vader, die zich met bittere verwijten, zelfmedelijden en bangmakerijen had verzet.
Inmiddels ging het componeren onverdroten door: de Posthoornserenade (KV 320), Kroningsmis (KV 317), Symfonie Concertante voor viool en altviool (KV 364) en Mozarts eerste opera seria Idomedeo voor het hof in München.

4. Zelfstandig
Met Joseph II sinds 1780 als verlicht vorst van het Habsburgse Rijk is er in Wenen een optimaal muzikaal klimaat. Willibald von Gluck en Ditters von Ditterdorf zijn lovend over Mozart, de muziekuitgeverij Ataria heeft er zich recent gevestigd en last but not least, er is een grote groep van bemiddelde en deskundige muziekliefhebbers uit de aristocratie en hogere bourgeoisie. Mozart wordt al spoedig onder de vleugels genomen van Baron Gottfried von Swieten, diplomaat en directeur van de hofbibliotheek èn connaisseur van de muziek van Händel en J.S. Bach. Mozart voelt zich thuis in deze betere kringen, treedt overal op en krijgt veel opdrachten. In 1784 wordt hij, en dat is zeer eervol, toegelaten tot de 200 leden tellende orde van de vrijmetselaars 'Zur Wohltätigkeit’. Als gelovige maar antiklerikale katholiek en voorvechter van goede werken en wijsheid zal hij de vrijmetselarij tot het eind trouw blijven.
In 1782 huwt Mozart met Constanze Weber. Naar een tegenstribbelende vader

Konstanze Mozart (1762-1842) in 1782 door Josef Lange; Hunterian Gallery, Glasgow

schrijft hij: 'haar hele schoonheid bestaat uit twee zwarte ogen en een goed figuur; ze heeft geen esprit maar een gezond verstand en het beste hart van de hele wereld'. Het huwelijk is gelukkig; ze krijgen 6 kinderen maar daarvan blijven maar 2 leven.
Ook in de eerste 5 zelfstandige jaren is Mozart uiterst productief met o.m. Die Entführung aus dem Serail, Haffnersymfonie (KV 385), 15 pianoconcerten en 6 strijkkwartetten opgedragen aan Haydn (zo mooi dat Leopold ‘tranen in de ogen’ kreeg)

5. Bedelaar
Van 1785 tot voorjaar 1791 stuurt Mozart voortdurend bedelbrieven naar enkele van zijn ordebroeders, in het bijzonder de fabrikant en bankier Michael Puchberg. Het zijn pijnlijke, vernederende en soms wanhopige brieven. Modern onderzoek heeft uitgewezen dat Mozarts inkomen niet zo slecht was. Voor een burgerlijke huishouding was ongeveer 1200 gulden per jaar nodig. In 1784 en 1787 verdiende Mozart meer dan 3000 gulden; in de jaren 1788 tot 1791 omstreeks 1400 gulden. Het is waar dat hij in Wenen veel bijval ontving, huldeblijken en keizerlijke goedkeuring maar dat zijn baantje als Kammermusicus aan het hof maar 800 gulden betaalde terwijl Gluck 2000 had gekregen.
Wat waren de redenen voor de onevenredige grote financiële bezorgdheid van Mozart, de aanvallen van neerslachtigheid en soms een ‘leeg, koud hart’?
 - In de eerst plaats leefde Mozart op grote voet: mooi appartement,
   fraaie kleren, eigen paard en biljart, bedienden etc. Die levensstijl
   pasten bij de kringen waar Mozart in verkeerde (zoals we nu weten:
   armoede is relatief)
-  In de tweede plaats ging hij vanaf 1785 steeds meer tijd besteden
   aan veeleisende maar slecht betalende opera’s ten koste van andere
   opdrachten en populaire abonnementsconcerten. Le Nozze, Don
   Giovanni en Così fan tutte leverden per stuk slechts 450 gulden op.

Het vragen om geld ging Mozart niet makkelijk af: hij was een trots mens met een groot gevoel van eigenwaarde. Maar het ergste was volgens Gay de strijd met vader. Leopold had bij zijn bezoek aan Wenen gezien hoe Amadé de glorie en de roem kreeg waar hij slechts van had kunnen dromen. Zijn greep op de zoon was verzwakt door Mozarts vertrek naar Wenen en zijn huwelijk. Leopold voelde zich tekort gedaan en liet niet na dat de zoon voortdurend te verwijten. Geen vriendelijk woord voor Constanze, geen medeleven met de dood van haar kinderen, Nannerl opzetten tegen Amadeus…en dat terwijl de familieband zo ongewoon hecht geweest was. Kortom Leopold zadelde Amadeus met een permanent schuldgevoel op dat door liep nadat Leopold gestorven was in 1787.

6. Meester
Ondanks de geldelijke zorgen, gezondheidsklachten, geen vast werk en een onbetekende positie aan het hof (Salieri was vanaf 1774 hofcomponist) schept Mozart in de laatste jaren uitsluitend topwerk. Als Leopold het pianoconcert nr. 20 (KV 466) hoort is hij volledig ondersteboven. Mozart blijft groeien in zijn werk. Het wordt veelzijdiger, met een steeds kenmerkender mengeling van speelsheid en ernst en altijd een rijkdom aan melodieën. De muziek wordt ook technisch complexer maar blijft onveranderd aansprekend, transparant en uiterst memorabel. In die jaren ontstaan o.m.:
-   De strijkkwartetten KV 515 en 516 met een 2e altviool, Mozarts
    favoriete strijkinstrument en vertolker van zijn melancholieke inslag;
-   de laatste 3 grote symfonieën waaronder de Jupiter symfonie nr. 41
    waarvan het slotgedeelte een apotheose is van Mozarts contra-
    punktische vermogen;
-  de laatste acht of negen pianoconcerten die misschien wel het meest
    herkenbaar Mozartiaans zijn voor iedereen in de wereld.

7. Dramaturg
Mozart was thuis in alle muzieksoorten: van verheven, gewijde missen tot baldadige ‘kus me reet’ canons. Maar opera was zijn passie. Voor z’n twintigste had hij al uitvoerig ervaring met het genre. Over de aanpak van een opera schrijft hij: ‘de poëzie moet zich gedragen als de gehoorzame dochter van de muziek’. Toch was hij op dit punt zeer veeleisend: in 1783 klaagt hij ‘Ik heb zeker 100 libretto’s bekeken maar er zit nauwelijks iets bij waar ik tevreden over zou kunnen zijn’.
Dat verandert met de komst in Wenen van Lorenzo Da Ponte. Signalement: geboren in 1749 in Venetië, joods, gedoopt, Casanova-achtige levenswandel en in 1782 benoemd tot tekstdichter bij Salieri’s Italiaanse opera.
In 1785 bewerkt Da Ponte Beaumarchais’ sociaalkritische succesnummer van de Comédie Française 'Le marriage de Figaro'. De opera La Nozze di Figaro wordt met redelijk succes opgevoerd in Wenen in 1785 maar met overdonderend succes een jaar later in Praag. Onvergetelijk in de onvergetelijke opera zijn Graaf Almaviva en een van Mozarts grote vrouwenrollen, het kamermeisje Suzanne. (gezien in het Praagse Statentheater mei 2007- HWH)

Van de Praagse impresario Pasquale Bondini krijgt het team Da Ponte/ Mozart meteen daarna opdracht voor 'Don Giovanni' naar het eeuwenoude Spaanse epos van Don Juan. Met verkrachting, moord, blasfemie en verdoemenis is het verhaal extreem incorrect. Maar Don Giovanni is wèl kampioen van vrijheid en individualiteit. Verder kent de opera schitterende rollen in Donna Anna, Donna Elvira, Zerlina, Leporello en de Commendatore. In 1787 was de opera een weergaloos succes, maar in Wenen vond men de opera ‘moeilijk’. Wordt thans beschouwd als de moeder van alle opera’s.

Mozarts derde en laatste opera met Da Ponte is 'Così fan tutte', een opera buffa gemaakt in opdracht van Joseph II in 1790. Meningen verschillen over deze opera. Frivool verhaal, soort echo van het Ancien Régime. Muzikaal weer fantastisch niveau. Despina schitterende vrouwenrol.

1791 'Die Zauberflöte'; Singspiel op tekst van ordebroeder en theaterdirecteur Emanuel Schikaneder. Veel exotica, vrijmetselaarssymboliek en die razendsnelle Mozartiaanse afwisselingen tussen humor en ernst. De strekking van de opera is het primaat van liefde en onopgesmukte menselijkheid zoals o.m. bezongen door Papageno en Pepagena: Mann und Weib und Weib und Mann, reichen an der Gottheid an. Gay zegt dat de Toverfluit ‘zich heeft weten te handhaven op het repertoire’; ik zou zeggen een absolute topper die elk jaar overal in de wereld wordt uitgevoerd door de onweerstaanbare muziek, de boeiende actie en de popularisering door de film Amadeus uit 1984 van Milos Forman. En dan die hartverscheurende aria 'Ach, ich fühl's' van Pamina als ze vreest de liefde van Pamino verloren te hebben!

1791 'La Clemenza di Tito'. Opera seria, soort nieuwe versie van Idomedea. In 3 weken geschreven voor kroning van Leopold II, koning van Bohemen. Wordt niet vaak meer uitgevoerd; bevat volgens Gay fraaie aria’s maar als geheel voldoet de opera minder.

8. Dood en onsterfelijheid
In de zomer van 1791 krijgt Mozart van een onbekende de opdracht voor een Requiem. Daar is de mythe omheen geweven van de vergiftiging door Salieri, indringend verwerkt door Peter Schaffer in het toneelstuk ‘Amadeus’. Thans is bekend dat de opdrachtgever

 Het laatste portret, 1789 door Mozarts zwager Josef Lange, Mozart huis Salzburg

een graaf Walsegg was die met Mozarts werk goede sier wilde maken.
In het laatste jaar 1791 was Mozart nog volop productief met onder meer 2 (!) opera’s, twee kwintetten en een pianoconcert. Vooral in Praag in augustus werd hij op handen gedragen hoewel hij ook aan Constanze schreef dat hij zich eenzaam voelde temidden van de menigte: ‘een soort leegte, die me pijn doet, een verlangen dat nooit wordt bevredigd’. ( Was dat misschien ook niet de onontkoombare prijs die hij betalen moest als niet-te-begrijpen genie?)
Pas eind november wordt Mozart echt ziek: hij krijgt pijnlijke reumatische zwellingen, moet overgeven en dat wordt verergerd door aderlatingen waarschijnlijk met bloedvergiftiging door niet-ontsmette instrumenten. Andere mogelijkheid: Wassersucht d.w.z. epidemie van streptokokinfectie. (bron: Richard Zegers 2008). Mozart sterft 5 december 1791; de begrafenis is eenvoudig in overeenstemming met de toenmalige regels. Het Requiem wordt bekwaan voltooid door leerling Xaver Sussmayr op aanwijzingen van Mozart: een werk van verheven kracht en schoonheid.

In de bombastische 19e eeuw van Meyerbeer, Wagner en Liszt wordt Mozart door het grote publiek weggezet als een charmante componist uit de bepoederde pruikentijd. Men contrasteert Eine kleine nachtmusik met Beethovens Eroïca.
Grote componisten als Beethoven, Schubert, Mendelsohn, Brahms wetern wel beter. Pas omstreeks 1900 kwam er een “Terug naar Mozart’ beweging op gang. In de twintigste eeuw werd dat steeds sterker. Thans is zijn plaats onder de allergrootsten onbetwist.

 
 

 

 

 

 

 Leopold, Amadeus en Nannerl, 1763 door Carmontelle, aquarel, Musée Condé, Chantilly

 Mozart 8 jaar,  Johann Zoffany (1733-1810) Mozart Museum, Salzburg

 Leopold circa 1765, Mozart Huis, Salzburg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mozarts pianoforte,
Mozart Huis, Salzburg

Buste Haydn door Auust Robartz, achtergrond postuum portret Mozart door Barbara Krafft