Boekpraat.nl
Henk Hagenberg - mijn beste boeken, samengevat
 

David Attenborough

The First Eden
The Mediterranean world and man
Collins/ BBC Books 1987
240 pagina’s    (samengevat maart 2008)

 

 
Sir David Attenborough (1926)

 

 

 Lascaux, 10.000- 25.000 v. C.

 Catal Hüyük, Anatolië, omstreeks 7.000 v. C.

 Apis, Egypte, 26e dynastie, omstreeks 600 v.C.

Rhyton, Minoïsch, Kreta, omstreeks 1600 v.C.

 Ephesus/Artemis stierentestikels als symbool van vruchtbaarheid, na de 4e eeuw v.C.

De tuin van Eden
De Bijbelse Tuin (c.q. Hof) van Eden was een stuk land in of bij de Rode Zee nabij de delta van de Euphraat en de Tigris. Meer algemeen is Eden synoniem voor Paradijs, een oord van melk en honing, waar Adam en Eva leefden, waar Kaïn het land leerde bewerken en Abel de schapen hoedde. In deze zin is het gerechtvaardigd om het hele Middellandse Zee (MZ) gebied te beschouwen als het eerste Eden van de mensheid. Met prachtige foto’s gaat Attenborough in op natuurlijke geschiedenis van het gebied, de fauna en flora, de cultuur maar ook de vaak vernietigende impact van de mens: ontbossing voor landbouw, houtverslindende oorlogsvloten, het huidige massatoerisme. Helder geschreven al blijven al die Engelse dieren- en plantennamen lastig voor ons Nederlanders. Hieronder enkele kernpunten uit het boek.

De zee loopt vol
Door tektonisch geweld raakte de Straat van Gibraltar 6 miljoen jaar geleden gestremd en verdampte MZ met enorme zoutlagen als gevolg. Precies 5,3 miljoen jaar geleden scheurde de landengte weer open en liep de zee in 100 jaar vol. De eilanden werden bevolkt door kleine dieren. Tijdens de ijstijd (300 tot 20 duizend jaar geleden) zakte het water aanzienlijk en ontstonden ondiepten zodat onder meer Malta, Corsica, Majorca en de Cycladen bereikbaar werden voor zwemmende olifanten en nijlpaarden. Predatoren als leeuwen en luipaarden konden dat niet. In hun nieuwe habitat gingen dieren zich, net als op de Galápagos, aanpassen: olifanten en hippo’s  kregen een dwergformaat, muizen werden zo groot als konijnen, sommige herten kregen sexy fantasie geweien.
De ijstijd veroorzaakte ook de jaarlijkse vogeltrek. De oorspronkelijke Europese bossen veranderden in toendra’s waar de vogels ‘s winters niet konden overleven. Maar in de zomer kwamen ze terug voor de insecten (zwaluwen), knaagdieren (valken) en moerasplanten en -dieren (ooievaars).

Maquis
Garrigue, begroeing op rotsige grond

Thans zijn de zomers rond de MZ droog en heet en is een specifieke, geurige plantengroei ontstaan: heesterachtige maquis met oleander, brem, mirt, laurier en garrigue een lage begroeiing op kale, magere grond met lavendel, salie, oleander, origano, rozemarijn en heide.

De goden onderworpen
15.000 jaar gelden werd in de grotten van Lascaux de oeros vereerd. Het was het meest formidabele dier van Europa: 1000 kg. kracht, snelheid en vechtlust.
In Catal Hüyük, een opgegraven stad in Anatolie van minstens 6500 v. Chr., werd de stier alom aanbeden. Waarschijnlijk had het dier toen al z’n vrijheid al verloren maar was het nog niet gedomesticeerd.
In het oude Egypte was het gebruik één zorgvuldig geselecteerde stier aan te wijzen als stiergod Apis, de incarnatie van Ptah, de scheppingsgod. Zo’n heilige stier werd na zijn dood als Osiris-Apis bijgezet in het Serapeum, een latinisering van Osiris-Apis.
De Minoïsche cultuur van 2000 tot 1500 v. Chr. is natuurlijk bekend om zijn verering van de stier. Godkoning Minos had een stier als voorvader. Het doden van de mensenetende Minotaurus door de Griekse held Theseus verwijst misschien naar de verovering van Kreta door de Myceners, hoewel de vulkaanuitbarsting van Thera (Santorini) ook in verband gebracht wordt met het plotselinge verdwijnen van het Minoïsche rijk.
De Grieken braken met de stier als totem, zij stelden de mens centraal. Maar in de Ionische steden in Klein Azië ging de aanbidding van de stier door. In het bijzonder in Ephesus (Efese) waar de gelijknamige vruchtbaarheidsgodin elk jaar een guirlande van stieren testikels feestelijk omgehangen kreeg. De Romeinen zaten daar dicht bij; in de van oorsprong Perzische Mithras cultuur, baadden soldaten zich tot in de 3e eeuw na Chr. in het bloed van een stier en ‘dwongen’ zijn kracht af.
Zo werden dieren in de klassieke wereld onderworpen, gedomesticeerd en vooral grootschalig uitgeroeid. Hand in hand daarmee ging de ontbossing en gronduitputting. Vooral in het zuiden en oosten was dat door de geringe regenval catastrofaal. De graanschuur Afrika tussen Marokko en Egypte verviel tot woestijn. De havenstad Ephesus verzandde en ligt nu 5 kilometer van de zee. Het trotse rund was onttroond, gecastreerd en ingetoomd aan de ploeg.

De verspillingen van oorlog
Rome verloor in het Zuiden zijn voedsel, in het Noorden werd het teruggedrongen door barbaren op snelle steppepaarden. De stad werd in 410 veroverd door de Visigoth Alarik. Vandalen, Hunnen, Franken etc. galoppeerden tot in alle uithoeken van Europa. Alleen in het Oosten hield Constantinopel, later Byzantium, stand. In de periferie daarvan, in semi-nomadisch Arabië, verkondigde Mohammed in de zevende eeuw de leer van het de Islam: streng monotheïstisch, martiaal (jihad), bekeringsijverig. Een snelle expansie volgde, gedragen op de rug van de superieure Arabische volbloed paarden. In Spanje brachten de Moren sinaasappelen, citroenen, perziken, peentjes, spinazie en aubergines plus de tuincultuur van al-Hambra. Maar vanaf 1095 ging de jihad als Christelijke Kruistochten retour naar de Levant. Weer ontdekten de Westerlingen veel nieuws. Arabische irrigatie met rijke oogsten aan meloenen, komkommers, vijgen en druiven. En ook katoen, damast, kruidnagelen, kaneel, katoen, suikerriet (en daarmee sorbets). Maar een ander resultaat van de kruistochten was 200 jaar van belegeringen, gevechten, vernielingen van irrigatiewerken, ontbossing en niet te vergeten de builenpest, de Zwarte Dood die vanaf 1347 een derde van de Europese bevolking doodde. Bovendien was de Islam zeker niet verslagen: in 1453 viel Constantinopel. In de jaren daarna dreigden Barbarijse kapers en Turken de hele MZ te gaan domineren, met Venetië als grote verliezer, tot dat de Turken verslagen werden in de slag bij Lepanto in 1571. Maar het was een Pyrrus overwinning. Door ontbossing zou Venetië nooit meer een grote vloot kunnen bouwen; de macht verschoof naar de Atlantische kust en de bossen van de Baltische landen.
Omstreeks dezelfde tijd werd Spanje kaal gegeten door immense kudden Merino schapen onder leiding van de altijd geldhongerige Spaanse koningen. Dat was niet best maar de introductie van geiten in de door de Turken veroverde gebieden in de Levant en Griekenland was nog slechter. Een geit levert relatief veel melk maar vreet daarvoor alles kaal, gras, planten, takken etc. En zo bleef er nergens veel vegetatie over behalve maquis en garrigue. 

Vreemden in de tuin
Door het Suez kanaal (1869) migreerden tientallen soorten zeedieren naar de MZ, omgekeerd gebeurt dat

 
Agave
 
Opuntia

vrijwel niet. In de flora zijn thans ‘typisch’ Mediterrane cactussen als Agave en Opunia recente importen uit de woestijnen van Mexico en Arizona. Ook de Australische eucalyptus bomen gedijen goed in de arme gronden rondom de MZ.

In 1863 raakten Franse wijnstokken geïnfecteerd met een dodelijke luis, Phylloxera. Deze bleek afkomstig te zijn uit Noord Amerika. Door Franse druivenrassen te enten op resistente Amerikaanse wijnstokken werd de kwaal onder controle gebracht.

Vanaf de jaren zeventig kwam het massa toerisme op gang met thans ten minste 150 miljoen ‘sun, sea, sex’ aanbidders per jaar. Dus: massale hotelbouw, vervuiling en vaak open rioleringen. Dat schaadde de visstand die toch al ernstig te lijden had van overbevissing.

Om de milieucrisis het hoofd te bieden bracht de VN in 1972 alle MZ landen bij elkaar in Stockholm voor een urgent actieprogramma. Ten tijde van dit boek (1987) was er veel vooruitgang geboekt m.b.t. waterzuivering en reiniging van industrielozingen etc. Maar met de visserij was nog niets geregeld.