Boekpraat.nl
Henk Hagenberg - mijn beste boeken, samengevat
 

 

Richard Dawkins
The magic of reality
How we know what’s really true
© 2011 Richard Dawkins
Black Swan book,  Random House Group
267 pagina’s                                           sept 2013

 

 

 

 

  

Richard Dawkins (1941)
Engels evolutiebioloog; hoogleraar Oxford; 
humanist en scepticus. Bevlogen Darwinist en atheïst. Veelgevraagde spreker en productieve auteur en gehaat door ´true believers´.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Ringstaart lemuren op Madagaskar

 

 

 

 

 

 

E.T. de held uit Steven Spielburgs kaskraker uit 1982

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

Richard Dawkins is een eenmans actiegroep tegen kwakzalverij en bijgeloof, een kampioen van ratio en wetenschap.
In dit boek neemt hij, heel vernuftig, als uitgangspunt dat we allemaal opgroeien met sprookjes, mythen en verhaaltjes. Dat we geleidelijk leren onderscheid te maken. Dat de pompoen die in een koets voor Assepoester verandert of de bezemsteel waar Harry Potter op rondvliegt fantasie zijn: dat kan nooit in het echt. Net zo min als heksen of vervloekingen van boze tovenaressen,  klopgeesten, spoken en zo.
Subtieler ligt het met goochelarij en illusionisme. Bij bonafide artiesten als Hans Klok weten we niet hoe hij het flikt, maar wel dat zijn wonderlijke acts zijn geen bovennatuurlijk wonderen zijn.
Dat is wèl wat charlatans ons, bedoeld of onbedoeld, willen wijsmaken als ze contact maken met ‘gene’ zijde, lepels verbuigen met hersengolven, aardstralen door wichelroede opsporen of vertellen hoe ze ontvoerd werden door aliens.

De beste vorm van magie is die van kunst en wetenschap. Wie heeft nooit  de onverklaarbare  emotie  van muziek ervaren, de grootsheid van het hooggebergte, kippenvel bij natuurfilms of  bij foto’s van de aarde vanuit de ruimte?
Dan weet je, dat  zijn de echte wonderen.

Big history in het klein
Dawkins wil de lezer, jongeren in het bijzonder, helpen de magie van de werkelijkheid te ontdekken. In korte, leesbare hoofdstukken bespreekt hij een scala van natuurwetenschappelijke thema’s, een brede horizon die bekend staat als ‘Big history’.
Hij opent elk thema met de mythen, fabels, legenden of sagen die in het verleden als ‘verklaring’ dienden. Daarna volgt de huidige, wetenschappelijke verklaring met een uitleg hoe je kunt weten of die verklaring betrouwbaar is.
Onderwerpen die aan bod komen zijn onder meer: Hoe weten we wat echt is? Wie was de eerste mens op aarde? Waarom zijn er zoveel soorten dieren? Waar zijn dingen van gemaakt? Wanneer en hoe begon alles? Waarom gebeuren er nare dingen? En tenslotte: Wat is een wonder? De vragen zijn basaal maar niet makkelijk. Dawkins is echter een prima loods, vertelt leuke anekdotes en houdt het luchtig. 
Een drietal voorbeelden:

Wat bestaat echt?
Méér dan wat alleen onze zintuigen waarnemen, radiogolven en microben bijvoorbeeld, maar je hebt wel instrumenten nodig om ze waar te nemen. Dinosauriërs bestonden ook echt: door hun fossielen kunnen wetenschappers precies verklaren wanneer en hoe ze geleefd hebben. 
Om het onbekende meetbaar te maken werken wetenschappers  met (denk-)modellen. Een model formuleert een hypothese, bevat een test om de hypothese te meten en voorspelt de uitkomst van de test. Klopt de uitkomst dan is de hypothese juist. Zo niet dan moet de theorie aangepast worden. Zo komt de wetenschap een stapje verder.
Bekend voorbeeld is het erwten onderzoek  van de Oostenrijkse monnik Gregor Mendel  die in 1866 de onveranderlijkheid van erfelijke eigenschappen veronderstelde èn in zijn kloostertuin aantoonde, terwijl pas honderd jaar later de ontdekking van DNA de sluitende genetische verklaring verschafte. 
Omgekeerd: waarom kan een pompoen niet veranderen in een koets of een bezem in een vliegmachine? Te gecompliceerd ...losse, onsamenhangende onderdelen  geven teveel mogelijkheden. De kans bijvoorbeeld dat je bij een kaartspelletje precies alle schoppenkaarten krijgt is onwaarschijnlijk klein.
Toch zijn levende wezens ongelooflijk complex, hoe kan dat dan?
De evolutie werkt niet met dobbelstenen maar stapje voor stapje. Gerichte selectie van toevallige veranderingen van eigenschappen onder invloed van milieu: selective breeding. En verdere accumulatie van eigenschappen tot systemen van toenemende complexiteit. Van een lichtgevoelige plek bij wormen tot volwaardige ogen bij hogere diersoorten.
Een wonder juist omdat het echt is.

Wie was de eerste mens?
De mythen: Adam en Eva; zondeval;  Wodan en Thor: eerste mens uit een boomstronk. Leuk maar hoe zit het echt? 
Dawkins komt met een aardig denkbeeld: stel je voor ononderbroken rij foto's van je voorouders: 185 miljoen foto’s, elke kiek van nog geen halve millimeter dik vertegenwoordigt een generatie…een boekenplank van 70 kilometer lang c.q. een berg van 185 wolkenkrabbers hoog. Niet te bevatten...340 miljoen jaar terug...
deep time.
Vader of moeder aan het begin, een vis aan het eind: het oudste gewervelde dier.
Stel we lopen langs die rij terug:
. tussen de eerste tientallen generaties is er  geen enkel
  genetisch verschil te zien;
. we stappen 400 foto’s terug, 10.000 jaar, begin
  landbouw: nog geen verandering in de fotoos te zien;
. honderdduizend jaar, 4000 generaties (à 25 jr): iets
  verdikte riggel onder de wenkbrauwen;
. een miljoen jaar geleden, 50.000 generaties (à 20 jr):
  Homo Erectus; niet vruchtbaar met H. Sapiens;
. 6 miljoen jaar, 250.000 generatie: een soort mensapen:
  voorouders van huidige Chimps en genus Homo;
. 25 miljoen, 1,5 miljoen generaties (à 16½ jr): apen met
  staarten maar geen familie huidige apen;
. 63  miljoen, 7 miljoen generaties (à 9 jr) voor ons:
  lemuren  en bushbabies/galago;
. 105 miljoen jaar, 45 miljoen generaties: 
voorloper huidige
  zoogdieren,m.u.v. buideldieren;
. 310 miljoen jaar, 170 miljoen generaties; voorouder
  waaruit later zouden evolueren reptielen en dinosauriërs
  incl. vogels en zoogdieren;
. 340 miljoen jaar geleden en 185 miljoen generaties:
  aangekomen bij een vis met wervelkolom.

Nog oudere, ongewervelde, dieren zijn zelden gefossiliseerd maar geen nood, ook DNA vertelt het volledige ‘tree of life’ verhaal van geleidelijke evolutie. Alle leven gebruikt immers dezelfde genetische systeem van DNA. 
De evolutie gaat langzaam en autonoom. Als leek kun er nauwelijks een voorstelling van maken, het  lijkt onmogelijk. Vandaar de behoefte van sommige mensen aan een bovennatuurlijke schepping en sturing. Wetenschappelijk is dat niet nodig. 

Zijn we alleen?
Bij alle volken, in alle tijden is er sprake van onzichtbare wezens: engelen, kaboutertjes, demonen, geesten, djinns, vampiers, incubi, dolende zielen etc. Recent zijn daar buitenaardse aliens aan toegevoegd.  Science fiction en Star Trek films zijn populair.
Tot nu toe zijn er 763 extrasolaire planeten geïdentificeerd. Dat is een begin. Onze Melkweg telt 100 miljard sterren. Buiten de Melkweg galaxy zijn er, pak ‘m beet, nog eens 100 miljard sterrenstelsel.
(Aantallen, afstanden…de menselijke maat kan dat niet bevatten:  de Voyager  spacecraft had er 36 jaar voor nodig om alleen ons eigen zonnestelsel te verlaten.)
Ongetwijfeld zijn er vele miljarden planeten. Maar dat zegt niet veel. Onze aarde is namelijk  een zeer uitzonderlijke paneet. Alles zit net goed,
Goldilocks!
Veel vloeibaar water – zonder dat is leven onmogelijk; een milde temperatuur tussen omstreeks  -10 en + 40 en de juiste massa, met derhalve een zwaartekracht geschikt voor leven zoals het is of we ons kunnen voorstellen.

Er is nog geen leven op andere planeten ontdekt, en misschien zal dat wel nooit gebeuren. Maar de wetenschap kan wel aangeven aan welke condities voldaan moet worden. En dat sluit nogal wat (gemakzuchtige) gedachtespinsels uit.

Wat is een mirakel? Een wonder?
Mensen geloven graag in bovennatuurlijke verschijnselen. 
Denk bv. aan religieuze wonderen: tranende heiligen beelden, het verschijnen van de maagd  Maria- zoals bij het mirakel van Fatima - of wonderbaarlijke genezingen als Lourdes.
Op een meer alledaags niveau kennen we coïncidenties die een gevoel oproepen van ‘dat kan geen toeval zijn’, soms ‘verklaard’ met de wet van Murphy. Sommige fans geloven dat Elvis Presley nog leeft. Dat spoken gefotografeerd zijn.

De Schotse sceptische filosoof  David Hume (1711-1776) definieerde een mirakel als het doorbreken van een natuurwet. Bijvoorbeeld op water lopen of water veranderen in wijn.
En zijn devies was je altijd af te vragen wat ongeloofwaardiger was: de getuigenissen van het wonder of het wonder zelf?
Kies altijd voor de simpelste, logische, op eerdere ervaringen gebaseerde verklaring. Wat ook wel Ockham’s  scheermes genoemd wordt: snij alle franje weg.
En als het toch onbegrijpelijk blijft? Dan is het een puzzel, iets wat we nog niet kennen, maar geen mirakel of (goddelijke) magie. Dat maakt alleen maar lui.
Wetenschap heeft een eigen magie: het wonder van de werkelijkheid.

Het mirakel van Fatima – het Zonnewonder
Voorjaar 1917. In het Portugese plaatsje Fatima beweert een 10-jarig herderinnetje genaamd Lucia, samen met haar neefje  en nichtje, een ‘Verschijning’ gezien te hebben op een heuvel. Volgens haar was het  de Maagd Maria die elke maand terug zou keren tot 13 oktober om een wonder te verrichten ten bewijze dat ze echt was. Het gebeuren kreeg grote bekendheid  en op de aangezegde datum stonden er 70.000 mensen  op de heuvel.  Alleen de kinderen konden de ‘Verschijning’  zien maar  het beloofde bijpassende wonder werd door velen waargenomen.  Wat precies, daar lopen de meningen uiteen. Sommigen zagen de zon dansen. Anderen zagen de zon ronddraaien. In de meest dramatische versie viel de zon als vuurbal naar beneden om net boven de dodelijk bevreesde menigte weer op te stijgen naar zijn normale stand.
Wat moeten we hiervan denken?
David Hume zou drie mogelijkheden opperen:  a/ de zon viel echt naar beneden c.q. de aarde veranderde haar baan;  b/ het publiek had een massale hallucinatie; c/ er gebeurde helemaal niets en het incident was verkeerd gerapporteerd, overdreven of gewoon gefabuleerd.
Hume zou zeggen dat c/ de minst ongeloofwaardige verklaring is.
De Paus verklaarde Lucia in 2000 zalig.
 

 

 

 Goya 1799 heksen uit de serie Los Capricios

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hans Klok in actie

 

 

 

 

Gregor Mendel (1822-84) en voorbeeld vererving eigenschappen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

God does not play dice with the universe
Albert Einstein

    

 

 

 
 Henri Fuseli (1741-1851) Zwitsers
De nachtmerri.
Op de dromende? extatische? dame zit een incubus 
Goethe Museum Franfurt; liggende  versie Art Musem Detroit

 

 

David Hume
(1711-76) , empirisch filosoof en historicus, protagonist van de Edinburgh Enlightment; auteur van A treatise on human nature.
Portret door Allan Ramsay