Boekpraat.nl
Henk Hagenberg - mijn beste boeken, samengevat
 

Jared Diamond

Zwaarden, paarden en Ziektekiemen (Guns, germs and steel)
The fates of Human Societies
1997 Het Spectrum resp. W.W. Norton & Company
508 pagina’s (samengevat oktober 2007)

 

Jared Diamond (1937, Boston MA) evolutionair bioloog


Waarom hebben wij Papoea’s zoveel minder spullen dan jullie blanken?
Dat was de vraag die papoeagids Yali in 1972 tijdens een expeditie naar vogelsoorten in Nieuw Guinea stelde aan evolutionair bioloog Jared Diamond van de Universiteit van Californië. ‘Gezond verstand’ antwoorden als verschillen in ras of intelligentie, het stimulerende koele klimaat van het noordelijke halfrond, de protestante arbeidsethiek bleken niet te voldoen. Voor echte antwoorden moest Diamond ver terug in de tijd. 
Homo Sapiens ontstaat omstreek 170.000 jaar geleden in Zuidelijk Afrika. Waarschijnlijk door klimaat veranderingen en het ontstaan van savanna’s maakt de mens tussen 100.000 – 50.000 geleden een grote sprong voorwaarts: het moderne spreekvermogen ontstaat door een verandering in de hersenen en/of spraakorganen. Er komt dan een tweede verspreiding op gang naar andere werelddelen die bekend staat als de Out of Africa theorie. In West Europa verdwijnen de laatste Neanderthalers omstreeks 40.000 jaar geleden
en niet zo lang daarna worden de grotten van Chauvet beschilderd door de moderne mens. Aan de lange periode van kou en ijstijden (Pleistoceen) komt omstreeks 15.000 jaar geleden een eind en dan begint de huidige fase van stabiele en milde temperaturen: het Holoceen. Het ijs trekt zich terug, water stijgt, vele eilanden en zeestraten ontstaan, het milieu verandert, de mens moet zich aanpassen. Vanaf ongeveer 8500 v Chr. (ruim 10.000 jaar geleden) begint de traditionele jager-verzamelaar levensstijl op enkele plaatsen en heel geleidelijk plaats te maken voor een sedentair bestaan.
De herder Abel krijgt concurrentie van de boer Kaïn.

Oorzaken opkomst sedentaire gemeenschappen omstreeks 8500 v.Chr.
- schaarste aan wilde voedingsmiddelen door uitsterven van sommige
zoogdieren aan het eind van het Pleistoceen en latere overbejaging;
- toename domesticeerbare soorten gewassen door klimaat Holoceen,
met name in de Vruchtbare Halve Maan (alias Vruchtbare Sikkel of
Fertile Crescent);
- betere technieken: vuurstenen sikkels met handvat, vijzels, manden
voor transport, aardewerk voor koken en als container;
- grotere bevolkingsdichtheid > grotere noodzaak voor landbouw >
landbouw levert 10 tot 100 maal zoveel calorieën per hectare;
- omgekeerd: meer calorieën geeft grotere bevolkingsdichtheid
resulterend in verdringing van jager-verzamelaars.

Wat wordt bedoeld met veredeling van planten?
Het bij het kweken c.q. fokken van planten c.q. dieren wordt er - bewust of onbewust - naar gestreefd om duurzame (genetische) veranderingen teweeg te brengen die de plant c.q. het dier nuttiger maken voor de mens. Bij planten onder meer selectie op grootte, smaak, zaadloze vruchten (banaan, sinaasappel) of lange vezels (linnen). Verder wordt gebruik gemaakt van toevallige mutaties zoals
- afwijkende voortplantingsmechanismen m.n. zelfbestuiving voor
duurzame soorten; ook bij zelfbestuiving kunnen mutaties optreden:
onze broodtarwe is zo'n mutatie;
- niet openspringende zaaddozen o.m. bij erwten en linzen;
- niet uit elkaar vallende aren van gerst en tarwe; d.w.z. volkomen
tegen de natuur in;
- uitselecteren van kiemremmers zodat in plaats van een natuurlijke,
gespreide ontkieming een oogst op één moment rijp is.

Domesticatie van dieren
Definitie: dier dat niet getemd is (zoals voorkomt bij olifanten) maar uitsluitend in gevangenschap wordt gefokt en daardoor genetisch verschilt van wilde stamvormen ten nutte van de mens.
Van de 148 soorten grote zoogdieren (> 50 kg.) zijn er slechts 14 gedomesticeerd waarvan 13 in Eurazië en één in Zuid Amerika (Lama) . De ‘grote 5’ : geit, schaap, varken, paard en koe (alias os en rund) zijn inheems in Eurazië.
Dat er maar zo weinig dieren dienstbaar gemaakt zijn komt doordat er aan nogal wat voorwaarden voldaan moet worden terwijl het al op één detail mis kan gaan:
- dieet: carnivoren zijn calorie inefficiënt. Voor een koe van 500 kg. is
5000 kg. graan nodig. Indien hij zou kunnen worden gevoed met
vlees dan zou 5000 kg. vleeseter nodig zijn d.w.z. 50.000 kg. graan;
- groeisnelheid: herbivoren als gorilla’s en olifanten groeien te langzaam voor vleesproductie;
- problemen met de voortplanting in gevangenschap; jachtluipaarden
doen het gewoon niet;
- kwaadaardigheid: bijv.bijtende zebra’s en wilde ezels (onagers);
- neiging tot paniek: herten en antilopen;
- sociale organisatie: succesvolle domesticatie scharniert om minstens drie samnehangende eigenschappen: leven in kudden met duidelijke hiërarchie en met overlappende territoria.

Waarom begon de domesticatie in Zuidwest-Azië?
- Het was ’s werelds grootste gebied met een mediterraan klimaat, ook
grootste diversiteit aan wilde planten en dieren;
- grootste klimatologische variatie ter wereld; dat bevordert
ontwikkeling van eenjarigen; daardoor groeien hier veruit de meeste
grootzadige grassoorten zoals gerst en emerkoren;
- grote verschillen in hoogte en topografie > variaties in milieus >
diversiteit planten en dieren;
- rijk aan basisgewassen ( 7 Founder crops) samen goed een uitgebalanceerd dieet:  emerkoren (emmerwheat), eenkoren (einkorn wheat), gerst (barley), linzen (lentil), kikkererwten  (chickpea), vlas (flax) en wikke (= tuinboon, bitter vetch).
NB de sperzieboon is inheems in Zuid Amerika)
- 4 essentiële zoogdieren: geit, schaap, varken en rund; het paard
komt uit de Oekraïne en dat is ook in de buurt.

Globale tijdstippen van enkele domesticaties

Tijdstip v.C.

Gebied

Cultuurgewas

Dieren

12.000 .

Zuidwest-Azië,
China, N.Amerika

 

Hond (genetisch geen wolf meer)

8500 .

Zuidwest-Azië,

Eenkoren, gerst, erwten

Schaap, geit

7500

China

Rijst, gierst

Varken, zijderups

6000

Zuidwest-Azië, N.Afrika

-

Koe

4000

Oekraïne

-

Paard

3500.

Midden Amerika

Maïs

kalkoen

3500

Andes, Amazonië

Aardappel, maniok

Lama, cavia

2500.

Oostelijk N.Amerika

zonnebloem

 


Het belang van de Euraziatische oost-west As
De Vruchtbare Sikkel had een unieke startpositie. Bovendien was het integraal onderdeel van veruit de grootste landmassa van de wereld met de daarbij behorende soortenrijkdom. Noord en Zuid China beschikten ook over geschikte gewassen en de domesticatie begon daar niet veel later dan in de Sikkel.
Eurazië is georiënteerd op een oost-west As. Planten ‘reizen’ goed langs dezelfde breedtegraad als altituden verder gelijk blijven. Dit faciliteerde de verspreiding van in de Sikkel gedomesticeerde gewassen naar het oosten en vice versa van China naar West Azië. Een vliegwiel kwam in beweging.
De Amerika’s en Afrika echter liggen aan een noord-zuid as en dat belemmert contacten en de verspreiding van planten, dieren en ideeën. A fortiori geldt dit voor geï soleerde gebieden als Australië en Oceanië.

Vee en besmettelijke ziekten
Door de introductie van landbouw en veeteelt nam de populatiedichtheid sterk toe, zo’n 10 tot 100 maal per ha. Echter, de concentratie van mensen en huisdieren zonder noemenswaardige sanitaire voorzieningen bevorderde een snelle ontwikkeling van besmettelijke ziekten, in het bijzonder veeziekten die muteerden naar ’mens’ ziekten.
Genetisch onderzoek wijst uit dat veel besmettelijke ziekten zich ontwikkeld hebben uit dierziekten die, paradoxaal genoeg, nu vrijwel beperkt zijn tot de mens. Onder meer:

Mazelen

Rundvee (runderpest)

Tuberculose

Rundvee

Pokken

Rundvee (koeienpokken

Griep

Varkens en eenden

Kinkhoest

Varkens, honden

Malaria

vogels

 
Door blootstelling aan deze ziekten raakte men geleidelijk min of meer immuun, in het bijzonder voor kinderziekten als rode hond (rubella), de bof, kinkhoest en mazelen. Andere ziekten kwamen in Europa stukje bij beetje onder controle: tyfus, cholera, difterie en pest.
Voor Azteken, Inca’s, Noord Amerikaanse indianen, Aboriginals, Kosan etc. was de plotselinge impact van deze ziekten fataal. Dat was mogelijk de belangrijkste factor voor het (militaire) succes van de westerse expansie.

Opkomst cultuur en techniek
Voor de technologische superioriteit van het Westen zijn veel verklaringen aangedragen. Het rationele (niet magische) wetenschappelijke denken, het protestante arbeidsethos van Max Weber, de stimulerende frisheid van het Noordelijk halfrond versus de lome warmte van de Tropen, de wettelijke bescherming van materieel en geestelijk eigendom, de opkomst van risicodragend kapitaal. Deze verklaringen bevatten veel juistheid maar zijn incompleet. Er kan onder meer niet mee verklaard waarom de Aboriginals geen metaalbewerking kenden of waarom China en het Osmaanse rijk na 1500 zo stagneerden.
Nee, stelt Diamond, je moet verder terug kijken naar de eerste ontwikkelingen van cultuur en techniek. Dan kom je bij de oorspronkelijke domesticatie van planten en dieren. Dat resulteerde in een sedentaire levensstijl met meer aardewerk, weefgetouw, kinderen en voldoende voedselproductie voor het onderhoud van specialisten: krijgers, geestelijken, ambachtslieden, adel.
Door natuurlijke omstandigheden namen China en de Vruchtbare Halvemaan het initiatief in het proces. Dat werd verder versneld omdat Eurazië veruit het grootste aantal mensen telde èn omdat nieuwe vindingen relatief gemakkelijk verspreid konden worden langs de oost-west breedtegraad van dat continent. Zo werd het wiel dat omstreeks 3400 v. Chr. uitgevonden was bij de Zwarte Zee (waar ook de paarden vandaan kwamen) al enkele eeuwen later verspreid naar China en West-Europa. In Mexico werd het wiel veel later uitgevonden maar niet praktisch toegepast a/ omdat er geen trekdieren gedomesticeerd waren en b/ de geografie van Zuid-Amerika verspreiding van ideeën

Sumerische hoge priester, Mari, 2400 v.C., alabaster, inscriptie met naam en functie op achterzijde rok (kaunake )van schapenhuid; ogen lapis lazula (geImporteerd uit Afganistan); Louvre

belemmerde zodat het ook niet gebruikt werd met de lama's.
In Eurazië zijn er tal van uitvindingen die op één plek bedacht werden wèl relatief vlot verspreid: molens, deursloten, katrollen en als uniek hoogtepunt het (spijker-)schrift in omstreeks 3000 v. Chr. door de Sumeriërs. (China had toen al zijn eigen beeldschrift en is daar aan blijven vasthouden)
Een en ander betekent dat duizenden jaren geleden Eurazië een enorme technische voorsprong had op alle andere werelddelen.

Van egalitair naar kleptocratie
Ten tijde van Columbus was slechts 20% van het wereldlandoppervlak afgebakend door staatkundige grenzen; nu is hele wereld ingekaderd met uitzondering (vooralsnog) van Antarctica. Hoe komt dat?
Homo sapiens leefde tot 13.000 jaar geleden grotendeels in extended families, dezelfde sociale ordening die gorilla’s, bonobo’s en chimps hebben. Het waren nomadische jager-verzamelaars, zonder permanente thuisbasis en veel regels en wetten. De leiding berustte bij een informele primes inter pares. De omvang van de groep (50-80 individuen) bleef klein door ziekten, strijd, moord en vooral door een altijd precaire voedselvoorziening. Daar waar de voedselsituatie beter was of werd (bijv. door een overvloed aan zalm bij de Canadese Kwakiukl en Nookta Inuits) ontstonden stammen (tribes) samengesteld uit meerdere familieverbanden (clans) maar nog klein genoeg om iedereen te kennen zodat formele wetten niet nodig waren.
Door een beter klimaat en een betere technologie kwam op enkele plekken ter wereld een planmatige voedselproductie op gang. Resulterend in een groeiende bevolking, meer specialisten, grotere behoefte aan conflictbeheersing en wetgeving. Het centrale gezag werd formeel, erfelijk en sacraal, de hoofdman (chief) werd priester/ koning. Daarmee toenemende mogelijkheden voor een zinvolle herverdeling van oogsten en producten en de aanpak van grote collectieve projecten als irrigatie, tempelbouw en concurrentie/oorlogsvoering. Niet toevallig ontstond in Mesopotamië omstreeks 3700 v.Chr. een eerste staat en werd ook het schrift uitgevonden.
Deze zelfversterkende ontwikkelingen maken een gemeenschap expansief, de genen en de talen van de veroveraar kunnen zich verbreiden. Tegelijkertijd is er altijd het gevaar dat (uitdijende) seculiere en geestelijke bestuurshiërarchieën het eigen belang voorop stellen en vervallen in uitbuiting, onderdrukking en zinloze rituelen.

Samenvattend stelt Diamond dat succesvolle expansie voorkomt uit de achterliggende oorzaken van voedselproductie, concurrentie en uitwisseling van ideeën (welke via ketens van oorzaak en gevolg in detail verschillen maar altijd te maken hebben met sedentaire levenswijze en omvang bevolking) die leiden tot directe oorzaken: ziektekiemen, schrift, technologie en gecentraliseerde politieke organisatie.

Waarom Europa en niet China?
Tot de Renaissance liep China voorop in techniek. Bekend zijn de voorbeelden van buskruit, papier, kompas, gietijzer, drukkunst en de grote maritieme ontdekkingsreizen (1405-1433) . De drijvende krachten waren een enorm, centraal geleid land en een uniforme taal, een en ander samenhangend met de geografische toegankelijkheid van het land langs grote rivieren.
West Europa daarentegen is geografisch versnipperd: hoge bergketens, grillige kustlijnen met eilanden en schiereilanden. Eén centraal gezag is na de Romeinen nooit echt tot stand gekomen.
Het voordeel van China werd een nadeel toen het gezag omstreeks 1500 binnenlands gefixeerd raakte en China een introverte monoliet werd. Europa echter ging steeds meer profiteren van de onderlinge concurrentie binnen een grote mate van culturele samenhang. Diamond noemt dat een beetje gewichtig het ‘optimale fragmentatie principe’.
Daarbij tekent hij wel aan dat vele drivers van de geschiedenis nog onverklaard blijven. Waarom ontwikkelden het Midden Oosten en Europa agressieve bekeringsgodsdiensten (christendom, islam en – vroeger - Judaïsme) en Chinezen en Indiërs niet? Waarom ontwikkelden complexe beschavingen in de Andes nooit een schrift? Was er iets in de Indiase geografie dat leidde tot het rigide socio-economische kaste systeem? Was iets in de Chinese cultuur dat voorbestemde tot de leer van Confucius?

Enkele kritische kanttekeningen
Diamond is een boeiende verteller. Voor ons leken heeft hij tal van specialistische studies samengebracht in een prachtig verhaal over de vroege opkomst van de mens. Zijn nadruk op de geografische factoren overtuigen en hij wijst er zelf op dat het bij historische wetmatigheden altijd gaat over de zeer lange termijn zodat toevalligheden uitgevlakt worden.
Het is dan een beetje potsierlijk als hij plotseling verklaringen gaat aanreiken voor het succes van Microsoft, de fragmentatie van de Duitse biermarkt of de beperkingen van de Japanse voedselproducenten. En dat alles met een overduidelijk Amerikaanse vooroordeel.
Diamond heeft veel veldwerk gedaan in Nieuw-Guinea en is onder de indruk gekomen van de alertheid van de vaak verguisde Papoea’s. Door hun opvoeding in de vrije natuur kunne ze ongetwijfeld alert en doelmatig inspelen op plaatselijke omtandigheden. Maar om te beweren dat ze slimmer zijn dan Westerse kinderen omdat die alleen maar passief voor de TV hangen, lijkt me onzin.
Diamond’s ‘optimaal fragmentatie principe’ wordt op geen enkele wijze gekwalificeerd. Het klinkt leuk maar is niet meer dan een idee. Om op basis van dit idee de EU te waarschuwen voor mogelijk verlies van concurrentievermogen bij verdere integratie is apekool. En natuurlijk, bij Diamond zijn de 50 staten van de VS het perfecte voorbeeld hoe het wel moet. Je ziet dat wel meer: gerespecteerde wetenschappers die gaan orakelen als ze buiten hun vakgebied komen.

Uit de pers

NRC 20 oktober 2007

40 Jaar geleden waren ZO Azië en Afrika even rijk, nu niet meer. Waarom?

Door Dirk Vlasboom

Ten tijde van de dekolonisering van ZO Azië en Afrika omstreeks 1955/1965 leken steden als Nairobi en Kuala Lumpur sterk op elkaar. In 1980 nog was het inkomen per capita in ZO Azië lager dan in Afrika bezuiden de Sahara. Maar in 1993 was het tweemaal zo hoog. In Afrika bleef het percentage armen tussen 1990 en 2002 gelijk op 44%, terwijl het in ZO Azië daalde van 19% tot 7%. De Wereldbank verkondigt al sinds 1993 als verklarende succesfactoren:
- inflatie onder controle
- concurrerende wisselkoersen
- betrouwbare banken, stimulering buitenlandse investeringen
- goed onderwijs
- subsidies op basisvoedsel en kunstmest
- ambtenaren buiten de politiek gehouden
- samenwerking overheid en industrie
- export als doel, strategie en maatstaf voor ontwikkeling

Zo trokken de Asian tigers grote investeringen aan en stimuleerden productie door lage lonen. Zo niet in Afrika ondanks bepaalde overeenkomsten in uitgangsposities:
- identiek koloniaal verleden
- tropisch klimaat, ecologische en medische omstandigheden
- leveranciers van grondstoffen en voedsel aan rijke landen
- belang van commercieel sterke, allochtone minderheden:
  Libanezen en Indiërs in Afrika, Chinezen in ZO Azië.

Over de verschillen bestaan er tal van hypothesen:
- Afrika is dun bevolkt: bezuiden de Sahara 650 miljoen op 20
miljoen km2, in ZO Azië 550 miljoen mensen op 4 miljoen km2;
- Afrika is staatkundig versnipperd over 50 landen en etnisch zeer
divers, meer dan waar ook ter wereld; maar juist dan is kwaliteit
overheidsinstellingen bepalend en die is zwak in Afrika.

Wat te doen? Industrialisatie is geen optie omdat met China en India niet valt niet te concurreren. Dan landbouw maar die is zwak: 2/3 leeft er van maar mede daardoor veel erosie, uitputting, versnippering van grond. Bovendien teveel goedkoop importvoedsel waardoor moeizame toegang voor boeren tot eigen markten. Liberale adviezen van de Wereldbank over geen importbeperkingen etc. werken hier negatief. Andere deskundigen wijzen op het falen van Afrikaanse politici: geen belangstelling voor landbouw, alles gericht op migratie naar de stad. Maar de Asian tigers bevorderden  landbouw wel.
Er loopt nu onderzaak naar de vraag of landbouwbeleid instrumenteel geweest is voor het bereiken van een take-off positie voor die landen. De huidige afhankelijkheid van onproductieve buitenlandse hulp is onhoudbaar. (52% van de begroting van Tanzania, 48% van Uganda). Maar het is ook een mentale kwestie: Afrika heeft een kolonisatie kater. Alles wat mis gaat wordt daar aan toegeschreven.

Tja, toch iets ingewikkelder dan alleen de geografische factoren van Diamond. (HWH)


Nederlandse resp. Engelse edities.