 |
Joke van Leeuwen (1952) Nederlands auteur voor kinderen en volwassenen, dichter, illustrator en cabaretière. |
|
De woelige jaren rond 1789, de jaren van begin van de Franse revolutie, zijn de bedding van deze prachtig geschreven, melancholieke roman. Sfeer, geestesgesteldheid en historische gebeurtenissen worden aangeduid, niet qua feitelijke details zoals in een geschiedenisboek, maar zoals beleefd door verschillende, argeloze burgers, bezig met hun eigen besognes.
Berthe Een ordeloze groep vrouwen is door de plensregen naar Versailles getrokken om de Koning te halen. Alleen hij, de gezalfde, kan voor brood zorgen, luisteren naar het volk. Ze hebben de hekken geforceerd en de vertrekken geplunderd van die buitenlandse hoer en geldverspilster. In triomf is de meute terug gekeerd in naar Parijs. Onder de toeschouwers bevindt zich Berthe, omstreeks 17 jaar en adel. Ze is een nakomertje, vaak alleen en dan glipt ze uit haar ouderlijk herenhuis om te horen wat er voor spannends op straat gebeurd. Ze ziet de leuzen van egalité, fraternité en liberté en het strijdlustige La liberté où la mort. Ze vereenzelvigt zich met de vlugschriften over de droits de l’homme. Maar als een bediende haar escapades verklikt wordt ze verbannen naar een stijl katholiek hospice. Daar mag ze als voorrecht, Catho, een verachte en verwaarloosde vondeling, leren lezen en schrijven.
Catho Catho heeft 15 jaar niets anders gedaan dan vloeren dweilen, onbegrijpelijke Latijnse gebeden nazeggen en pesterijen ondergaan van muffe nonnen en geniepige lotgenoten. Een stukje gekleurd glas en een vingergroot Jezus figuurtje waren haar enige eigendommen. Alleen als ze weer eens werd opgesloten in het strafkamertje voelde ze zich vrij, kon ze ongestraft op haar handen staan en naar de lucht kijken. Tussen Berthe en Catho groeit een zusterlijke band. Geleidelijk wordt de intimiteit ook een beetje lijfelijk. Als de hoofdnon vermoedt wat er aan de hand is grijpt ze onbarmhartig in. Berthe moet meteen vertrekken want Catho zou ‘alles’ opgebiecht hebben. En Catho wordt wijsgemaakt dat Berthe zomaar weggegaan is zonder iets van zich te laten horen. Aldus de Christelijke naastenliefde.
Gustaphe Catho is gevlucht uit het hospice en zwerft langs de stinkende rivier en door modderige straten vol paardenpoep. In een café wordt ze opgepikt door Gustaphe. Hij is een talentloze schilder. Zij wordt zijn huishoudster, maîtresse en model voor een paar doeken waarop ze uitgebeeld staat als De vrijheid. Als hij daarmee geen succes heeft vat hij het plan op om de gevangenen van de Bastille te portretteren. Er is vast wel vraag naar ‘een vlammend protest tegen Koninklijke onderdrukking!’ Al spoedig hoort hij echter in het café dat de citadel overweldigd is door het gepeupel, het hoofd van de commandant op een piek triomfantelijk door de straten gevoerd. Weer pech! Weg kans om die conservatieve, academische kliek van de Salon (lees Jacques-Louis David) een revolutionair lesje te leren. Teleurgesteld en dronken stikt hij in een visgraat. Catho bang om de schuld te krijgen, sleept het lichaam naar de zolderkamer, pikt Gustaphe’s spaarcentjes en verdwijnt in de nacht. Tobias De in Parijs werkzame Duitse klavecimbel en pianobouwer Tobias (Schmidt) is een vakman pur sang. Gelukkig gehuwd met Gisèle. Tot voor kort liet hij de klavecimbels weleens opsieren door een schilder, Gustaphe, maar die kletste teveel. Bovendien is er beduidend minderhandel door de uittocht van de adel. Toch komt er onverwacht een klant. Een rijk man, genaamd Charles (Sanson), aimabel en verdienstelijk violist. Samen spelen ze een stuk van Gluck en sluiten vriendschap met een glas wijn. Gisèle schrikt echter heftig als ze zijn naam hoort: de beul van Parijs! Ze wil daar niets mee te maken hebben. Tobias denkt er wat makkelijker over en blijft musiceren. Op zekere avond vraagt Charles hem om hulp bij het vervaardigen van een mechaniek om het decapiteren humaan en egalitair te maken. Tobias voelt er weinig voor,’ ik zou me medeplichtig voelen’. Welnee, zegt Charles soepel, straffen worden opgelegd door een rechter, ik zorg alleen voor de verantwoorde uitvoering. Zo’n mechaniek , waarvan hier een ruw schetsje, zal daarbij helpen, zeker als jij het als vakman perfectioneert. En daarnaast, je kunt het geld toch goed gebruiken? Tobias zwicht, hij doet het voor Gisèle. Maar haar moreel kompas draait niet mee: ze is bitter teleurgesteld in Tobias. Maar zijn machine, de guillotine, werkt feilloos.
Berthe Als Berthe thuiskomt uit het hospice vertelt de vertrouwde bediende Léon haar dat alle familieleden gevlucht zijn naar het buitenland. Hij past op het huis en de inboedel en wil haar graag van dienst zijn. Maar Berthe, vervuld van egalitaire idealen, insisteert dat ze van nu af op voet van gelijkheid met elkaar moeten verkeren. Léon krijgt de bovenverdieping, Berthe de rez-de-chaussée. Ze gaan elkaar tutoyeren en Berthe gaat zelf boodschappen doen. In de maanden daarna verander de toon van Léon en neemt hij stukje bij beetje het hele huis over. Berthe wordt de outcast, het adellijke kreng die vast heult met de vijand . Wat doet ze hier nog? Weg ermee.
Catho en Berthe Alle twee ontheemd, verschoppelingen, verlangend naar elkaar, naar de enige liefde die ze ooit gekend hebben. Zullen ze elkaar ooit vinden in Parijs? |
 |
Bliss it was in that dawn to be alive But to be young was very heaven.
William Wordsworth’s gedicht over de euforische eerste dagen van de Franse Revolutie. De kater kwam later. Het kan niet missen dat Joke van Leeuwen aan deze woorden refereert, maar ironisch. De keerzijde van deze revolutie, ja van elke revolutie.
|
 |
1790 Vrouwentocht naar Versailles |

|
17 januari 1793 Onthoofding Lodewijk XIV Charles Sanson de beul in rode jas
|
|