Boekpraat.nl
Henk Hagenberg - mijn beste boeken, samengevat
 

Philip Roth

The plot against America
© 2004 Philip Roth
Vintage Books, 321 pgs                           (samengevat November 2006)

 

 

 

Charles Lindbergh, the Lone Eagle, de eerste Amerikaanse  superstar 

 

 

 

 

 

Anne Morrow

 

Lindbergh verslaat Roosevelt
November 1940: Charles A. Lindbergh wint de president verkiezing van de al twee termijnen dienende  Franklin Delano Roosenvelt op een platform om Amerika uit de oorlog te houden: vote for Lindbergh or vote for war. Lindbergh is de authentieke vliegheld (à la Herman Goering): jong, knap, gezond en met een eenvoudig, aansprekend taalgebruik.
Op dit punt begint het verhaal van de snelle transformatie van Amerika naar een politiestaat zoals ervaren door de geëmancipeerde Joodse familie Roth uit Newark.

De verteller is negenjarige Philip Roth. Hij beschrijft de wijze en moedige moeder Bess, de vader met een heftig maar rigide gevoel voor rechtvaardigheid, de oudere broer Sandy begiftigd met een groot tekentalent maar ongelukkig over de knellende banden van de Joodse gemeenschap. Dan zijn er de cynische neef Alvin, de steenrijke oom Steinheim, de schwärmende nicht Evelyn die trouwt met Rabbi Bengelsdorf, een pompeuze man die valt voor de vleierijen van Lindbergh en de integriteit van de Joodse zaak verkoopt. Het is een indringende galerij van personen, opgeslokt in een reeks sinistere, akelig geloofwaardige gebeurtenissen waarin Nazi ideeën en technieken worden vertaald naar een Amerikaanse context.

Onderscheiden en separeren
Eerst wordt door Lindbergh zelf en door verschillende ‘Amerikaanse Firsters’ en de rabiate antisemitische radiopriester Father Coughlin in commentaren op Europese ontwikkelingen (Neurenbergse rassenwetten, Kristallnacht, inval in Polen en de Londense Blitzkrieg) een onderscheid geïntroduceerd tussen zij (best begrijpelijk dat Joden zich zorgen maken) en wij (wij als Amerikanen willen niets te maken met dat Europese wespennest).
Vervolgens wordt Roosevelt beticht van oorlogshitsing voor Joodse belangen en steeds meer mensen worden expliciet als Jood in de publiciteit gebracht: Morgenthau, Lehman (gouverneur van NY), Supreme Court Justice Felix Frankfurter, de zeer populaire radiocommentator Walter Winchell, filmakers, uitgevers etc. Weer wat later wordt een (fictieve) rabbi Bengelsdorf bereid gevonden om de duitsvriendelijke activiteiten van Lindbergh van een goedgedrag stempel te voorzien: ‘de president doet alles om Nazi represailles tegen de Joden in Duitsland te vermijden’. Alvin noemt dat ‘koshering Lindbergh for the goyim’.
Dan volgt een nieuwe wet: Homestead ’42. Onder verwijzing naar de oorspronkelijke Homestaed act van begin 19e eeuw krijgen nu geselecteerde werknemers de kans om gratis grond te verwerven in de Far West. Een actie met als oogmerk bestaande Joodse gemeenschappen uiteen te scheuren. Ook kunnen Joodse kinderen lange werkvakanties houden op boerderijen. In de loop van ’42 wordt Walter Winchell vermoord; een protestdemonstratie leidt vervolgens tot racistische rellen.

Het is sluw proces van separatie, apartheid, uitsluiting en marginalisatie. De familie, en ook de lezer, ervaart radeloos hoe kwetsbaar rechtsbescherming en vrijheid zijn.

Lindbergh verdwijnt
Tegen het eind van het boek komt er een deus ex machina uit de mouw. Lindbergh verdwijnt op de laatste vlucht met zijn toestel, vice president Wheeler neemt de macht over en zet meteen het leger in tegen de ‘Jewish conspiracy’. Echter Lindberghs vrouw (Anne Morrow) ontsnapt uit protected custody en veroordeelt via radio de illegale activiteiten van de Wheeler administration. Daarop zakt de Lindbergh beweging in elkaar, al helemaal als 21 dec. ’42 Pearl Harbour volgt.

Het is een beetje spijtig dat Roth dit eind nodig had om weer te kunnen aansluiten bij de echte gebeurtenissen in de USA. Daarmee zwakt hij enigszins af hoe makkelijk het land had kunnen afglijden naar fascsisme-met-een-andere-naam, sterk isolationistisch en xenofoob.

Zie ook Philip Roth Alleman 

 

 

Felix Frankfurter, benoemd door President F.D. Roosevelt tot Supreme Court Justice, Feb. 1939

 

 Walter Winchell, July 1938