Boekpraat.nl
Henk Hagenberg - mijn beste boeken, samengevat
 

 

Kate Summerscale

The suspicions of mr. Whicher
(A shocking murder and the Undoing of a Great Victorian Detective)
© 2008 First published in Great Britain by Bloomsbury Publishing Plc.
372 pagina’s                                                         november 2009

 

 Kate Summerscale
(1965)

 

 

 

 

     

De moord en de schrijfster

In juni 1860 werd het lijkje gevonden van het 3-jarige jongetje Saville Kent. Hij was gedumpt in het schijthuis buiten zijn ouderlijke huis met een doorgesneden keel en een diepe steekwond in zijn hartstreek. Het onderzoek naar de moordenaar kostte een van de beste detectives zijn carrière en veroorzaakte een ware detectivekoorts in Engeland. De familie en huisgenoten van het kind stonden jarenlang bloot aan verdachtmakingen en verdenkingen. Nationaal kreeg de moord in Road Hill een mythische betekenis – een duistere sage over het Victoriaanse gezin en de gevaren van politieonderzoek. 
Auteur Kate Summerscale, de voormalige literaire redacteur van de Daily Telegraph, plaatst de geschiedenis van de Road Hill moord in de sociale en literaire ontwikkelingen van die tijd. Haar boek is geschreven, in een prachtig Victoriaans Engels, als een country house mysterie roman (Cluedo!), spannend en intrigerend, maar 100% gebaseerd op feiten.

De detective
Detectives waren in het midden van de negentiende eeuw een nieuw verschijnsel. De eerste fictieve speurder, August Dupin, verscheen in 1841 in De moorden in de Rue Morgue van Edgar Allen Poe. De eerste echte rechercheurs kreeg Scotland Yard in 1842.
Detective-Inspector Jonathan Whicher, een van die pioniers, werd op 15 juli belast met het onderzoek naar de Road Hill moord (zie kader); dat was twee weken na dat de plaatselijke politie er niet uit was gekomen. De Road Hill moord hield heel Engeland bezig. Honderden mensen stuurden suggesties en oplossingen naar kranten, de Minister en naar de Yard. Nieuwe woorden als clue, hunch, lead en sleuth doken in die tijd op. De thans klassieke detective roman The Moonstone van Wilkie Collins uit 1868 was op de moord geïnspireerd; Mr. Whicher stond model voor de gesloten Sergeant Cuff uit dat boek en voor vrijwel alle andere detectives sindsdien. Bepaalde aspecten van de Road Hill moord kwamen terug in Bleak House and The mystery of Edwin Drood van Charles Dickens en The turn of the Screw van Henry James. 

'One day, 15 July 1860, Detective-Inspector Jonathan Whicher of Scotland Yard, took a cab to Paddington Station. There he bought two rail tickets: one to Chippenham, Wiltshire, ninety-four miles away, another from Chippenham to Trowbridge, about 20 miles on. Paddington Station was a shining vault of iron and glass, built by Isambard Kingdom Brunel six years earlier, its interior hot with smoke and sun. Jack Whicher knew the place well – the thieves of London thrived on the surging, anonymous crowds, the swift comings and goings, the thrilling muddle of types and classes’ (citaat uit het besproken boek)

  William Powell Frith The railway Station, a panoramic painting of Paddington Station in 1860, shows a thief apprehended by two whiskered plain-clothed officers in black suits, quiet men able to steady the turmoil of the metropolis. 

 
Victoriaanse hoop en vrees
De Victoriaanse detective, stelt Kate Summerscale, was een seculier substituut voor de profeet of priester. In een toenemend ongewisse wereld schiep hij orde in chaos door scherpzinnigheid en een aura van wetenschap. Bloedige misdaden, sporen van het beest in de mens, reduceerde hij tot intellectuele puzzels. Maar het doodlopende onderzoek op Road Hill verduisterde dat imago. Velen meenden dat Whicher Engeland´s heilige wetsartikel van my home is my castle bruut had geschonden, de privacy met voeten had getreden en al doende zelf een misdaad had begaan bijna even erg als de kindermoord. Zijn onderzoek wierp een kil licht op de misstanden in huize Kent: overspel, geestelijke wreedheden, achterbaks personeel, onhandelbare kinderen, jaloezie, eenzaamheid, afschuw, haat. Het was een tafereel dat alom vrees (en opwinding) opriep over wat zich achter andere ‘respectabele’ voordeuren kon afspelen. Men zag voyeurisme en roddel dichterbij komen met een detective altijd in de schaduw, demon en halfgod tegelijk. 

Whicher faalt
Politie en justitie maakten honderden details openbaar over de crime scene en de gewoonten van de bewoners. Zo is het exact bekend welke personen het huis bezochten op 29 juni, want de moordenaar zou daar bij kunnen zitten; wanneer de buitenlamp gerepareerd was en dus of de plek van de moord verlicht was; wanneer het gazon gemaaid was want de zeis was misschien gebruikt als moordwapen enzovoort. Het resultaat was een gedetailleerd beeld maar toch met leemten en ruimte voor interpretaties. Elk klein gebeuren kon op meerdere manieren uitgelegd worden. Elk van de elf verdachten had iets te verbergen al dan niet in verband met de moord. Uiteindelijk kwam Whicher tot een logisch en psychologisch verantwoord vermoeden wie de dader was: Constance, de zestienjarige dochter uit het eerste huwelijk van de heer des huizes. Maar bewijzen kon hij het niet en sterke druk op Constance leverde geen bekentenis op. Daarna keerde de publieke opinie zich tegen Whicher. Enkele jaren later nam hij ontslag.

Constance en William
Eindelijk, in 1865 bekende Constance berouwvol dat zij de moord alleen gepleegd had. Bij de reconstructie van haar bekentenis voor de rechtbank bekende de plaatselijke politie destijds het vitale bewijsstuk – de bebloede onderjurk van Constance – uit het oog verloren te hebben en daar inspecteur Whicher niet over te hebben geïnformeerd. Constance kreeg twintig jaar. Na afloop van haar termijn voegde ze zich bij haar één jaar jongere broer William, die als bioloog werkte in Australië. Broer en zus waren zeer close, samen hadden ze geleden onder de minachting van de stiefmoeder die tot de moord op Saville geleid had. Hadden broer en zus samen de moord gepleegd? Heeft Constance zich twintig jaar opgeofferd voor haar broer? Dat is nooit opgehelderd.

. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gravure van Road Hill House - bron NRC