Boekpraat.nl
Henk Hagenberg - mijn beste boeken, samengevat
 

Julian Barnes
The sense of an Ending
Winnaar Man Booker prize 2011
© Julian Barnes 2011
Jonathan Cape, London              
150 pagina’s                               oktober 2011

 

 
Julian Barnes (1946)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tony over de ouder wordende Margaret:
‘zij ziet alleen wat teloor gegaan is, ik zie alleen wat gelijk gebleven is. Het zijn altijd de ogen waar we naar kijken, niet waar?’

 

 

 

Vlekkeloos gecomponeerde roman. De story heeft stuwkracht en intrige. De rol van het geheugen en het noodlot, in combinatie met tragiek en flegmatiek, doen denken aan The end of the affair  van Graham Greene. Of komt dat door het thema van de confrontatie van een vereenzaamde, oudere man met zijn liefde uit het verleden? Mede omdat Barnes net als de hoofdpersoon Anthony 65 jaar is, proef je dat alle herinneringen en inzichten in het boek, actueel en doorleeft zijn.

Deel 1
Her verhaal begint onschuldig met de herinneringen van een recent gepensioneerde man, Anthony (Tony) Webster. Op school in London in de jaren zestig. Hechte kameraadschap met klasgenoten Colin en Alex, alles beter wetende adolescenten, hun horloges naar binnen om de pols dragend als onderscheidingsteken. Dan komt er een nieuwe jongen in de klas Adrian Finn: koel, rationeel, intellectueel duidelijk de meerdere. Tony herinnert zich levendig dat Adrian in debat met de geschiedenisleraar, de zelfmoord van een scholier die een meisjes bezwangerd had, aanhaalde als voorbeeld van de beperkingen inherent aan geschiedschrijving. Zo kort nog geleden gestorven en wat weten we die jongen? Van zijn omstandigheden? En wat kunnen we over 10 jaar weten? Adrian citeerde een Franse auteur: geschiedenis is waar falende geheugens en inadequate documentatie samenkomen.
Na de middelbare school gaan de vrienden uit elkaar. Tony gaat geschiedenis studeren in Bristol, Adrian gaat uiteraard (!) naar Cambridge.
In Bristol heeft Tony een moeizame affaire met Veronica Ford, een nuffig meisje, terughoudend, platte hakken, geen danstype maar wel intrigerend. Eén weekend brengt hij door met haar familie in Chislehurst. De moeder is innemend maar verder voelt hij zich gekleineerd, vernederd. Pas nadat hij de relatie heeft uitgemaakt gaat Veronica met hem naar bed, maar het blijft bij twee keer.
Een jaar later schrijft Adrian dat hij een vaste relatie wil met Veronica tenzij Tony daar bezwaar tegen zou hebben. Die veinst onverschilligheid, antwoordt met een sarcastisch ansichtkaartje. Later stuurt hij ook een kwade brief.
Na zijn studie en een reis door Amerika verneemt hij dat Adrian zelfmoord gepleegd heeft, stoïcijns, in bad de polsen doorgesneden, omdat hij, blijkens een briefje aan de lijkschouwer, het geschenk van het leven terug wenste te geven.

Het leven herneemt zijn loop. Tony krijgt een nette ambtelijke baan, huwt met Margaret - een open, ongecompliceerde vrouw – en krijgt een dochter Susan. Het is een rustig huwelijk, te rustig voor Margaret die na 10 jaar voor een horecabaasje kiest.
Dat alles is inmiddels lang geleden. Susan is getrouwd, met Margaret gaat hij af en toe lunchen. Ze zijn op elkaar gesteld en meer hoeft niet. Hij verzorgt de bibliotheek van het ziekenhuis. Zo weet hij daar de weg voor als de tijd komt.

Deel 2
Totaal onverwacht ontvangt Tony een notariële brief inzake de nalatenschap van de recent geleden overleden Mrs. Sarah Ford: twee documenten en geldbedrag van £500.- Het ene document is een brief van Sarah aan Tony (spijt me van dat weekend, ik stuur je het dagboek van Adrian, weet dat hij de laatste maanden voor zijn zelfmoord gelukkig was).
Het tweede document, het dagboek, blijkt bij navraag bij Veronica te berusten en die weigert medewerking. Tony krijgt haar e-mail adres te pakken en begint een offensief tegen de zeer afwerende Veronica.
Vanwaar die £500 van je moeder?
Bloedgeld, is het geladen  maar onbegrijpelijke antwoord.
Dagboek?
Verbrand, andermans dagboeken behoren niet gelezen te worden. Toch komt het tot een afspraak, op de loopbrug naar Tate Modern. Ze ziet er verfomfaaid uit en zegt vrijwel niets maar overhandigt een kopie van een tekstfragment uit het dagboek. Later stuurt ze hem ook de kwade brief die Tony destijds had geschreven. Was hij die vergeten? Verdrongen? Bij teruglezen is het een bittere, kwaadaardige brief waarin, als in een Griekse tragedie, verdoemenis over de voorgenomen verbintenis werd afgeroepen.
Geen wonder dat Veronica  rancuneus is.
Toch ontmoeten ze elkaar weer, nu ergens in Noord London. Ze rijden ze naar een straatje waar Veronica een klein groepje geestelijk gehandicapten opwacht. Ze herkennen haar, er is kinderlijk gelach, maar van Tony wordt afstand gehouden. Terug in de auto zegt Veronica niets, ze rijdt wild en smijt hem er bijna uit. Maar toch...voelt hij iets van terugkeer van oude gevoelens? Oude gek, verlangend naar affectie?
In de maanden daarna keert Tony regelmatig naar de betreffende straat terug, het gaat een eigen leven leiden. Uiteindelijk ontmoet hij in de pub het groepje weer. Van één van hen, een jongensachtige, schuwe man met de bruine ogen, ziet Tony nu een onmiskenbare gelijkenis met Adrian. Het moet zijn zoon zijn. De verdoemenis lijkt op een vreselijke manier te zijn uit gekomen.
Tony stuurt een formele excuusbrief naar Veronica.
Antwoord: Je snapt het nog steeds niet.
Af en toe gaat Tony daarna terug naar die pub en op gegeven dag is het groepje er weer. Hun begeleider komt naar Tony toe: Uw aanwezigheid maakt Adrian van streek. Wie bent U en wat wilt u?
Tony legt uit hij een oude vriend van Adrian is en ook Veronica goed kent. Het spijt mij hoe het met hun zoon Adrian is en ik wil  absoluut niemand storen en zal dus niet meer in deze pub zal komen.  
Maar, zegt de begeleider, dan is er toch een misverstand. Veronica is niet de moeder maar de zuster; zijn moeder Sarah is recent overleden en dat heeft Adrian zeer aan gegrepen. 

 
 

Uit The Economist:
Mr. Barnes, who after being shortlisted for the Man Booker prize three times before, bagged the
£50,000 award. ‘It was like losing to Brazil in the World Cup Final’ said runner-up A.D. Miller