Boekpraat.nl
Henk Hagenberg - mijn beste boeken, samengevat
 

 

Ljef (Leo) Nikolajewitsj Tolstój
Kinderjaren
© Aleid G. Schot vertaling en inleiding
1962 Uitgeverij De Bezige Bij (Literaire Pocket no. 82)
192 pagina’s                                           nov 2014

 

 

 

 

 

 

 Portret van de 23-jarige aristocratische losbol; hoe kon dan toch al zo goed schrijven?

 

Papa`
graaf Tolstoj;
alle tekeningen uit 1946 van
K.Klementjewa

 

 
 Natáalja de trouwe huishoudster

 

 
 Moskou..dansen  met Sónjetsjka

 

 

 

 

Het eerste boek van een groot schrijver

Het  is van 1851. Tolstoj was toen 23 jaar, telg van een oud adellijk geslacht, puisant rijk -  het familie landgoed was 16 km met 350  horigen!  - en volgens zijn eigen latere biecht een gokker en rokkenjager, een schavuit en zondaar kortom.
Toch is  Kinderjaren  sereen en onbevangen. In korte, heldere hoofdstukken beschrijft  de tienjarige Nikolaj zijn omgeving, ouders, broer en zuster, de omvangrijke huishouding en de dagelijkse gebeurtenissen. Het is semi-autobiografisch en het eerste en bekendste deel van een trits die verder gaat met  Jongensjaren en Jeugd.  
Alle beschrijvingen zijn waarachtig en trefzeker geformuleerd.  Elke zweem van moralisme ontbreekt terwijl dat in 19e  eeuw toch zo gebruikelijk was, zoals de uitmuntende vertaalster Aleid Schot  opmerkt.
Naïef is Kinderjaren evenmin; zie bijvoorbeeld Nikolaj’s beschrijving van zijn vader, Graaf Tolstoj; die komt kennelijk niet uit de mond van een tienjarige, maar valt zeker niet uit de toon:
      Hij was een man van de vorige eeuw…een combinatie van
      ridderlijkheid, zelfverzekerdheid, beminnelijkheid en
      losbandigheid…zijn twee voornaamste passies  waren
      kaarten en vrouwen: hij had in de loop van zijn leven enkele
      miljoenen met kaarten gewonnen en liaisons gehad met een
      ontelbaar aantal vrouwen van allerlei rang en stand.

Andere personages worden met een zachtere penseel geschilderd. De goedige Karl Iwánytsj, de Duitse huisleraar van Nikolaj en zijn iets oudere broer Wolódja. De stipte, oude huishoudster Natáassjka,  een model van Russische godvruchtigheid en aanhankelijkheid aan haar meesteres, de engelachtige Gravin en maman van Nikolaj.
Door Tolstoj’s meesterschap kost het geen moeite je, ondanks het grote tijds- en leeftijdsverschil, te identificeren met de jonge Nikolaj. Met zijn vrees om op hazenjacht met zijn vader, de Graaf, een fout te maken. Met zijn eerste schuchtere kus op de schouder van het dochtertje van de pianolerares.  Of zijn adoratie voor de waaghals Serge tot dat hij door heeft dat die eigenlijk maar een minderwaardige pestkop is. 

Moskou
De graaf neemt zijn zoons  mee naar Moskou waar ze verder opgevoed zullen worden in het huis van grootmoeder. Maman blijft eenzaam achter in de provincie, de Graaf  hervat zijn oude leventje in de grote stad; Nicolaj’s tantes fluisteren er schande van.
Als grootmama jarig is en het haar huis vol bezoekers wil  onze jonge held  een zelfgemaakt gedicht voorlezen maar van verlegenheid wordt zijn keel dichtgeknepen, kostelijk beschreven. Later op de avond wordt er in de grote zaal een bal gegeven en  wordt hij  serieus verliefd op de lieftallige Sonjetsjka. Hij is dol van geluk, doet malle sprongen bij de mazurka en mag haar zelfs tutoyeren.
Maar in de volgende hoofdstukken slaat de stemming om. Maman  stuurt een brief waarin ze rept van een koudje, zich groot houdt voor de kinderen, maar in een Franstalig postscriptum met verkrampte hand schrijft dat ze sterven gaat. Ze heeft er vrede mee, alles is in de hand van God, maar ze wil nog één keer haar jongens zien.
Als ze thuiskomen is ze al buiten bewustzijn.Tolstoj beschrijft briljant de gevoelens van Nicolaj, hoe hij innig bedroefd is maar tevens ‘zoals het hoort’ reageert, met een zekere afstand, passend bij zijn volwassen worden.
Het verdriet van oude Natáassjka zal hij nooit vergeten. Zo rein van hart, zo vol vertrouwen dat God Maman tot zich geroepen heeft omdat ze het waardig was en Hij de goeden dáár ook nodig heeft.

Jaren later zal dat eenvoudige, oprechte Godsgeloof het richtsnoer worden voor Tolstoj’s Christelijk-pacifistische levensovertuiging, zo bewonderd door Mohandas Gandhi en Martin Luther King.

Yasnaya Polyana, hetTolstoj landgoed, 200 km westelijk van Moskou

 

 

 

 
 Papa en de onderdanige maar lepe rentmeester

 

 
 De geliefde huisonderwijzer Karl Iwánytsj

 

 Nikolaj doet een dutje.

 

 
 Maman neemt afscheid